Boekbespreking

Hieronder volgt een aantal boekbesprekingen. Zoals foto's in een boek een relatie met elkaar aangaan, zo hebben boeken in een boekenverzameling ook een relatie. Op deze manier kijk ik naar de boeken in mijn eigen bibliotheek. Ik ontdek overeenkomsten in stijlen of thema's, ik zie historische lijnen of ontwikkelingen in de uitvoering van de  boeken. Het fotoboek is in de loop van de tijd een zelfstandig kunstwerk geworden en niet langer de publicatievorm van een hoeveelheid foto's. Ik breid mijn bibliotheek uit met boeken die passen bij de collectie die ik heb. Hij zal natuurlijk nooit compleet worden. De vloed aan prachtige boeken die jaarlijks verschijnt maakt dit al onmogelijk. Heb je een eigen boek dat naar jouw idee  past bij een van mijn  selecties, laat me het dan weten.

De volgende besprekingen staan nu klaar:  


Portretfotografie

Met Portretfotografie bedoel ik het fotografisch weergeven van een persoon.  Niet met een enkele foto, maar met een reeks aan foto's en eventueel met toegevoegde teksten. Een documentair portret zou je het misschien kunnen noemen, ook al weet ik niet of die term hiervoor in gebruik is. De foto's laten verschillende aspecten van de betrokken persoon zien, verdeeld over de tijd of in verschillende acties. Hoe dan ook er wordt een heel fotoboek mee gevuld. Hieronder beschrijf ik een aantal van deze fijne boeken. Het intensief kennisnemen van deze werken kan heel inspirerend zijn als je zelf met deze fotografie bezig bent. Je zult ook zien dat verschillende fotografen hier verschillende wegen bewandelen. Afijn oordeel vooral ook zelf.

Sivar van Katja Poeldijk

Als eerste het boek Sivar van Katja Poeldijk ontworpen door Sybren Kuiper (SYB). Het formaat is opvallend groot, maar bevat weinig pagina's. De foto's worden prachtig gereproduceerd in diep zwart en helder wit contrast. Katja studeerde hiermee af aan de Fotoacademie en het boek werd gepresenteerd bij haar tentoonstelling in het Lloyd hotel. Bij deze presentatie was de hoofdpersoon Sivar ook aanwezig. Het thema is gender disforie en het transitieproces dat kinderen vervolgens ingaan. 

Maar behalve met hun transitie zijn ze ook gewoon kind en dat laat Katja in dit boek heel goed zien. Haar beelden zijn poëtisch en soms metaforisch. Gezien de leeftijd van Sivar is seksualiteit totaal niet aan de orde. Het ranke lijfje van Sivar toont vooral de kwetsbaarheid in deze fase en de noodzaak om hier aandacht aan te geven. Het boek is in 2017 door Katja zelf uitgegeven en is een fijn boek om te hebben. Het thema is inmiddels veelvuldig gekopieerd. Er gaat vrijwel geen tentoonstelling voorbij of het thema genderdysforie of meer in de breedte de LHBTI+ problematiek komt voorbij. Op zich alleen maar goed deze aandacht, maar het lijkt of fotografen  na eerst veel aandacht aan de verpleeghuisproblematiek te hebben gegeven hun focus hebben verlegd naar deze actualiteit.

 

Henny van Michel Szulc Krzyzanowski

De portretten van Henny zijn niet in één boek gevat. Michel Szulc Krzyzanowski heeft er een serie van 7 boeken aan geweid. Hij heeft dan ook een belangrijk deel van zijn fotografische carrière met deze persoon doorgebracht. Daarbij heeft hij haar levenscyclus gedocumenteerd. Te beginnen als jong fabrieksmeisje en daarna via haar relaties tot  haar grootmoederschap.

De reeks begon in 1975 met een opdracht aan Michel Szulc van de landelijke organisatie vormingswerk (LOVW). Michel werd geselecteerd vanwege zijn afgeronde projecten op sociaal maatschappelijk gebied, hoewel hij nog maar 25 jaar oud was en niet zo lang geleden afgestuurd. Het eerste boek verscheen in 1975 en was een reactie op de opkomende beweging om vrouwen gelijker te behandelen. Het boek had als thema werkende jeugd en Henny werd als thuiswonend 16-jarig meisje de hoofdpersoon in het boek "Neem nou Henny". Het boek werd in een grote oplage geprint van wel 6.000 exemplaren.

Het succes bracht Michel in 1982 opnieuw in contact met het LOVW die een jubileum hadden te vieren. Michel stelde voor om een vervolg op Henny te maken en dat werd het boek "Henny, een vrouw". Zij was inmiddels getrouwd en had 2 kinderen. Deze voortzetting heeft er toe geleid dat er een hechte band ging ontstaan tussen fotograaf en model/onderwerp. Henny had inmiddels weinig geluk. Haar man leed aan MS en dat had uiteraard een grote impact op Henny en haar gezin.

De verwikkelingen leidde tot het derde boek "Henny, 10 jaar uit haar leven". Toen er eenmaal 3 boeken over haar leven waren verschenen moest de reeks wel worden voortgezet. Hetgeen geschiedde. In 1993 verscheen het vierde boek "Henny, een nieuw leven". Ze was inmiddels gescheiden van haar eerste man. De ontwikkelingen in het leven van Henny waren van dien aard dat zij minder voelde voor een vijfde boek met alle publiciteit tot gevolg. Maar Michel wist haar de overtuigen dat dit vijfde boek door haarzelf ingevuld zou moeten worden. Het werd in 2001 uitgegeven en droeg als titel: "Henny zelf". Het was een coproductie met Michel die fotografeerde en de teksten opnam van de gesprekken met haar. Henny selecteerde de foto's zelf. Na weer 10 jaar ontstond het plan voor een volgend boek - het zesde - dat in 2013 uitkwam met als titel ""Henny, het zit best wel tegen". De titel onthult al hoe haar leven verder verliep. Haar tweede man was als gevolg van zijn alcoholisme overleden en Henny zat met een uitkering thuis.  Dit zou het laatste boek worden van Michel, maar niet nadat hij voor een vervolg had gezorgd door een jonge fotograaf te vinden die het leven van de dochter van Henny zou gaan vastleggen. Dat werd Linsey Kuijpers die in 2017 met een boek over Charlotte, de dochter van Henny kwam. Maar parallel hieraan kwamen Michel en Henny toch weer overeen om het zevende boek te gaan maken en dat verscheen in 2019 met als titel "Henny, ik ben er nog niet".

De boekenreeks verhaalt de alledaagse gebeurtenissen in het leven van een gewone vrouw - ook wel als volksvrouw aangeduid. Wat hier alledaags heet wordt in andere omstandigheden misschien wel als heftig ervaren. De boeken laten naast verdriet en problemen ook de gelukkige momenten zien. Wel is schrijnend aangetoond hoe een kansarme start van generatie op generatie wordt doorgegeven.

 

The Universal Photographer door Anne Geene & Arjan de Nooy

Dit bijzondere boek is wel van een heel andere snit dan alle voorgaande en volgende in dit hoofdstuk. Het is vormgegeven door Jeremy Jansen die meerdere boeken van deze auteurs tot stand heeft gebracht

Het is een boek vol ironie dat de spiegel voorhoudt aan zoveel fotografen of zij door daarvoor willen worden aangezien. Het begint met een groot aantal observaties  van verschillende fotografen die steeds worden vergeleken met "U". De "U" in dit verband moet gezien worden als de beleefdheidsaanspreekvorm, maar kan ook gelezen worden als "You" omdat deze aanspreektitel steeds in Engelstalige zinnen voorkomt. Het auteursduo vergelijkt U dan ook met ruim 50 bekende fotografen en laat op die manier een flink stuk fotografiegeschiedenis zien.

Vervolgens komen er fotoreeksen gemaakt door U als baby in de wieg. Een duidelijke hint naar de stelling dat iedereen kan fotograferen. Het belang van opleidingen wordt hier fijntjes gerelativeerd. We zien Uw ontwikkeling via familiekiekjes die allemaal uit gevonden foto's bestaan. Een volgende fase is het voorzien van foto's van maniakaal getypte teksten over het beeld heen. "Er wordt dan ook niet weinig over fotografie geluld" moet hier achter zitten. Ook de modieuze ontwikkeling in de fotografie van het maken van collages wordt op de hak genomen door eindeloos foto's aan elkaar te nieten. Hierdoor ontstaan onontwarbare verzamelingen van personen of foto's geselecteerd op kleur.  Er wordt ook gespeeld met beelden die in combinatie met andere beelden iets nieuws opleveren. Het idee van de auteurs over te maken correcties is al even origineel als bizar. Met een perforator en een uitkniptang voor pasfoto's worden foto's gemutileerd. Essentiële onderdelen verdwijnen juist van foto's. Maar hier zie ik toch de bemoeizuchtige raadgever binnen fotoclubs terug.  Uiteindelijk belandt Uw met zijn obsessieve gedrag om de hele wereld te willen vastleggen met een scanapparaat op straat betrokken bij een dodelijk ongeval hetgeen zijn einde betekent.

Duidelijk is de hyperbool. Fotografie wordt neergezet als eenvoudig kopiëren en de neiging om dat als kunst te zien wordt belachelijk gemaakt of op zijn  minst op de hak genomen. Het boek eindigt overigens heel serieus met een verzameling  uitspraken door bekende fotografiekenners die op zich een boekwerk vormen.

 

Risja this is bugging me door Lilith (Henriëtte van Gasteren)

Er is niet veel werk van Henriëtte van Gasteren dat onder haar artiestennaam Lilith is verschenen. Maar dit boek is er een voorbeeld van.

Het is een boek over het leven of eigenlijk de lijdensweg van Risja Steeghs. Een kunstenaar die collages en schilderijen maakt. Deze komen ook voor in het boek.

Lilith fotografeert haar tijdens haar ziekte, die haar vrijwel verlamt. Desondanks overheerst haar schoonheid die ze met levenslust en vitaliteit tentoonspreidt.  Het is deze tegenstelling die het thema van het boek vormt. Het is een intiem verslag. We zien Risja met haar verzorgenden, haar familie en verpleegkundigen. We zien haar naakt en als onderdeel van een performance, bestrooid met bloemen of in een grafkist. Dan weer schaterlachend en dan weer krimpend van pijn. En aan het eind maakt Lilith een portret van haar alsof het Frida Kahlo is. De overeenkomst is natuurlijk treffend. Lijden en kunst zijn in één lichaam aanwezig. 

Man Next Door van  Rob Hornstra

De auteur kennen we van grootschalige documentaire projecten, maar in dit geval heeft hij zich gewend tot zijn buurman. Naast zijn atelier in een  volkswijk van Utrecht woonde deze man. Rob leerde hem kennen via de ruzies met zijn vrouw die door de muren heen klonken. Totdat zijn vrouw hem verliet met meenemen van zijn zoon. Hij raakte aan lagerwal, drugs, bedelen etc.  Hij was een ruziezoeker en de politie kwam dan ook meer dan eens aan de deur. Maar Rob kon goed met hem overweg. Hij hielp hem met een aantal dagelijkse dingen. Hij begon hem te fotograferen. Portretten van hem in zijn woning, details uit zijn omgeving en zijn hobby slangen. Totdat zijn lijk in de gracht gevonden werd. Rob heeft daarna het boek gemaakt voorzien van privé foto's uit het familiealbum van de buurman, gecombineerd met zijn werk. Bijzonder is ook dat hij stukjes tekst in de vorm van processen verbaal tussen de foto's opneemt. Het boek laat zien dat iedereen op zijn minst twee kanten heeft.

 

Barbara  door Jan Dirk van den Burg

Een tweetbundel is een gebundelde uitgave van alle tweets van een bepaald persoon. Jan Dirk van den Burg heeft dit - zonder overleg - met de betrokkenen uitgevoerd in een 10-tal gevallen. Daarmee had hij zijn punt ruimschoots gemaakt. Het laten zien dat je een levensverhaal over een persoon kunt vertellen door alleen maar zijn of haar tweets te verzamelen. Het is natuurlijk wel de kant van het verhaal dat de betrokkene openbaar wil maken. Maar de vorm van een boek verraste toch velen. Hierin heeft de fotograaf wel geselecteerd, een volgorde aangebracht en ervoor gezorgd dat het interessant bleef  om te lezen. Dat de fotograaf geen enkel beeld zelf heeft geschoten doet aan het fotoboek niet af. Het is een originele vorm om te laten zien hoe wij met data omgaan, hoe publieke figuren de publiciteit kiezen. Een spiegel voor de betrokkenen. Ik ben benieuwd hoe deze bundels een rol gaan spelen in het leven van betrokkenen. De levensduur is vast langer dan van de oorspronkelijke digitale fluitjes.

Randy door Robin de Puy

Wat een prachtig boek is Randy. Iets groter dan A5. Waren alle fotoboeken maar in dit formaat. Dan kon ik 3 keer zoveel in dezelfde ruimte opbergen. Maar prachtig vanwege de vormgeving door SYB. Zilver op snee en de titel embossed in de cover. Prachtige zwart wit reproducties van de foto's van Robin de Puy. Met in het midden op zilverkleurige pagina's en afwijkend papier het verhaal over Randy. We lezen net genoeg om Randy te leren kennen als een joch met beperkte vermogens, maar iemand om op slag van te gaan houden. En dat is wat Robin ook is gaan doen. Liefde is wat spreekt uit dit boek. Een van de grootste kleine schatten in mijn verzameling.

In the beginning  no bird sang door Anaïs Lopez

Hoe een hopeloze opdracht uitmondde in een kennismaking met een bijzondere bewoner. Toen Anaïs de opdracht kreeg om IJburg te documenteren wist ze niet waar en hoe te beginnen. De ontmoeting met een blinde man leerde haar om goed te kijken. Hoe controversieel dit ook moge klinken. De blinde man: Jean hoort haar rondscharrelen in zijn domein. Hij hoort ook alle vogels en kent hun gewoonten. Uiteindelijk is het boek een mix tussen het verhaal van de persoon Jean en een inventarisatie van vogelgeluiden. De geluiden staan ook als oscillogrammen in het boek opgenomen.  De portretten Jean zijn veelal als losse foto's ingeplakt. Een dure  manier van fotoboeken maken. Maar mooi gedaan door Teun van der Heijden van Heijdens Karwei. Het boek verscheen in een genummerde oplage van 500.

Cowboy Kees door Sabine Rovers

Een heel opvallend boek. Opvallend vanwege de leren omslag die het cowboyschap heel dichtbij brengt. Het is het afstudeerwerk van Sabine Rovers van haar opleiding aan de KABK in 2020. De beperkte oplage was snel uitverkocht dus kwam er een tweede druk van 100 exemplaren. Het is een beetje een standaard manier van het duiken in iemands leven. In dit geval Kees, die als halve zonderling afgezonderd  woont in een soort blokhut.  Hij leidt een  eenvoudig leven en is een romanticus. Hij permitteert zich wel een Amerikaanse slee en brengt zijn dagen al spelend door in de rol van cowboy.  Zijn kleding demonstreert dat  ook. De foto's laten afwisselend Kees en zijn omgeving zien. In details en in overzichten.  De tekst is achterin opgenomen en zou ook eigenlijk best achterwege kunnen blijven. De foto's spreken voor zich. Misschien is dat zelfs al een beetje too much 

Appointment in Venice 

Bijna een klassieker is dit boek van Alex Gotfryd. Een veel minder letterlijk verhaal, meer een poëtisch verslag van een ontmoeting met een vrouw die zich afwisselend wel en niet laat zien. We weten  niet eens of de ontmoeting heeft plaatsgevonden. Het is ook een droom en die zijn vaak bedrog. Het boek gaat veel meer over verlangen en zoeken naar geluk. Het  beeld van de vrouw blijft imaginair. Ook dat is een portret

Maria, I need your Lovin door Martijn van de Griendt

Het boek ligt als een missaal in je hand. Een kerkboek. Dat is ook de bedoeling van Martijn van de Griendt. Het boek is voorzien van goud op snee en behoorde tot de best verzorgde boeken uit 2017. Het gaat over de ontmoeting die Van de Griendt gedurende langere tijd had met een meisje uit Eindhoven. Zijn Maria. Het is een rauw verslag van een ongepolijste vrouw cq. meisje dat hij tijdens een tumultueuze periode in haar leven tegenkwam. Hij documenteert dat leven van binnenuit. Hij komt dan ook heel dichtbij. Zijn werk doet sterk denken aan Nan Goldin. Hij maakt gebruik van analoge fotografie, van Polaroids om precies te zijn. Het boek is een verzameling van zijn Polaroids. De teksten zijn afkomstig uit de dagboeken van Maria. Het boek geeft  heel duidelijke de werkwijze van Van de Griendt weer. Hij documenteert de jongerencultuur, maar doet dat op een interactieve wijze, door de geportretteerden een bijdrage te laten leveren. Je zit dat ook terug in het boek Zeventien dat verderop in deze beschrijvingen te vinden is.  

 

18032020 door Jamie van den Heuvel

Het afstudeerwerk van Jamie van den Heuvel aan de Fotoacademie in 2020. Jamie doet verslag van het levenseinde van Dieneke. Zij brengt daarbij ook zichzelf in beeld. Jamie was behalve mantelzorger ook de geliefde van Dieneke. Dat staat nergens expliciet, maar impliciet is dat  duidelijk. Ze fotografeert op een poëtische wijze en volstaat met het noemen van een datum als caption bij de foto's. Ook de titel van het boek is een datum: de overlijdensdatum van Dieneke. Niet geheel duidelijk is waarom de foto's niet volledig chronologisch zijn opgenomen. Misschien fungeren ze als flashback of symboliseren ze dat de tijd geen rol meer speelt. Hoe dan ook een aangrijpend boek met veel empathie gemaakt.

Voor nu en nog eens door Femke Doove

Dit boek van Femke Doove is als een gedicht. De lay-out is zodanig dat de pagina's ofwel een beeldrijm volgen, dan wel een sterke associatie oproepen. Soms is die bijna tactiel. Het gaat over de herinnering aan een huis. Een jeugdherinnering wellicht. Of het huis nog bestaat is niet duidelijk. Het thema kan ook net zo goed over afscheid gaan. Het is geen licht boek, integendeel. Wel is er hoop en ook veel schoonheid valt er te beleven. Het is een portret van een huis waar de herinnering  is achtergebleven.

Dandelions door Kaj Venhuizen

Dit is half boek, half leporello. Met ook nog een stapel aan elkaar geniete foto's er aan toegevoegd. Dit kan alleen maar vormgegeven zijn door SYB. Het is het afstudeerwerk van Kaj Venhuizen aan de Fotoacademie. Hij heeft zich laten inspireren door het zelfgekozen levenseinde van zijn broer. Er figureert wel een persoon, maar het zijn hoofdzakelijk foto's van de natuur. Sommige beelden zijn infrarood. Noch zijn broer, noch zijn verhaal komt expliciet aan de orde. Het gaat om gevoelens. Het is pure verbeelding. 

Huis en Habitat door Peter van Tuijl

Pieter en WillyPeter zijn de hoofdpersonen in dit verhaal. Ze leven een teruggetrokken leven op een bescheiden schaal. Ze zijn kunstenaar en ook kluizenaar zoals Peter van Tuijl ze beschrijft. Dat zijn natuurlijk heel veel ingrediënten voor een boek. Peter legt de mannen vast in zwart wit, hun omgeving in kleur. Ze zijn natuurlijk behoorlijk excentriek, maar ze worden niet als zonderlingen geportretteerd. Ze worden zowel tijdens acties als door middel van geregisseerde portetten vastgelegd. Anekdotes en korte verhalen tijdens de ontmoetingen worden bij de foto's afgedrukt. Daarbij gaat het om meer dan Huis en Habitat, het gaat over het leven van deze twee mannen. Een echt dubbel portret.


Locatiefotografie

Van locatiefotografie spreken we als de omgeving het onderwerp is. Meer in het bijzonder is bij onderstaande boeken de bebouwde omgeving het onderwerp, maar we zullen zien dat het thema en onderwerp sterk kunnen verschillen.


 

Als eerste de boeken van Henk Wildschut. Hij werkt al jaren samen met zijn vaste ontwerper Robin Uleman. Zeer succesvol kunnen we constateren.

Zijn Ville de Calais behoorde tot de best vormgegeven boeken van 2017 en werd ook door de Volkskrant tot de beste 10 boeken gerekend van 2017. Daarnaast won dit boek verscheidene awards, één ervan de Fotoboekenprijs 2019. Deze prijs is een voortzetting van de voormalige Kees Schererprijs, een eervolle Nederlandse erkenning.

Ook zijn Rooted werd door De Beste Boeken in 2019 verkozen als één van de prijswinnaars en ook toen rekende De Volkskrant dit boek tot de beste 10 van het jaar.

De vormgeving is veelbetekenend en draagt bij tot de boodschap die de inhoud bevat. De stofomslag  voelt aan als tentzeil en dat is ook nadrukkelijk zo bedoeld.  

Ville de Calais en Rooted van Henk Wildschut

De inhoud gaat over een overeenkomstig thema in beide boeken. Het zijn reportageachtige beelden van de bekende vluchtelingenkampen in de wereld, waar bewoners vaak lang verblijven. Veel langer dan hun bedoeling en oorspronkelijke verwachting was. Hij fotografeert geen gebeurtenissen of acties, maar laat via beelden zien hoe de vluchtelingen een nieuwe samenleving opbouwen. Er ontstaan nieuwe verhoudingen en sociale structuren. Mensen overleven door zoveel als mogelijk is hun oude leven voort te zetten. Dat gebeurt soms door het runnen van een winkel of coffeeshop of soms door het verzorgen van moestuinen. De toon in de boeken van Wildschut is dan ook altijd optimistisch en hij richt zijn oog op de toekomst.

 


Disorder van Caio Reisewitz

Een boek dat opvalt binnen mijn collectie. Het boek heeft wel degelijk een documentair thema maar de vorm zijn deels autonome beelden. In deze laatste zijn collagetechnieken toegepast.  Hij plakt favela's over oerwouden. De boodschap is daarmee duidelijk. De natuur wordt opgeofferd en geclaimd voor bewoning door de mens. Met de tevens opgenomen beelden afkomstig van zijn Linhof platencamera van het ongerepte oerwoud die prachtig zijn gereproduceerd ontstaat een mooi tegenwicht.


Eiland 7 - Berichten uit de Nieuwbouwwijk van Theo Baart

We kennen Theo Baart van zijn monumentale werken zoals Bouwlust en Werklust, waarin hij de veranderingen van de omgeving laat zien. Hij is een new topologist die de vooruitgang aan de hand van de architectuur registreert maar met een duidelijke ondertoon. Niet alle verandering is een verbetering. Tegelijkertijd pleit hij niet voor het romantische verleden. Hij laat dus veel aan de kijker over. In dit boek richt hij zich op het inrichten van een nieuwe woonwijk. Hij hoefde daar niet ver voor te reizen. Hij nam zijn eigen verhuizing als model. Uit eigen ervaring ziet hij hoe architectonische uitgangspunten al snel worden ingewisseld wanneer bewoners hun eigen stempel drukken op de publieke ruimte ook al is deze laatste nog zo fraai ontworpen. Als de overheid terugtreedt blijft er van een eenheid in de publieke ruimte weinig over.


Laat niets van waarde achter van Elvira Smit

Elvira Smit is vooral bekend van haar blog "kronkelingen", waarin zij tweewekelijks een foto-onderwerp aansnijdt op een oorspronkelijke manier. In 2021 vond ze het nodig om meer erkenning in de fotografiewereld te vergaren en besloot ze de opleiding aan de Amsterdamse Fotoacademie te gaan volgen. In juni 2022 studeerde ze af met haar project "laat niets van waarde achter".  De publicatie die daarbij verscheen is een grootformaat boek met slappe kaft. In eerste instantie doet haar werk nogal denken aan het werk van Hans van der Meer. Nuchter, frontaal een beetje klinisch fotografeert zij enigszins verlopen winkelcentra in de buitenwijken van de stad. Bij het samenstellen van het boek, waarin zij ook de opmaak en de distributie voor eigen rekening heeft genomen, heeft ze wel goed gelet op het effect van beelden op tegenoverliggende pagina's. Beeldrijm en harmonie past zij veelvuldig toe. Al lijkt haar werk niet erg origineel, bij een nadere beschouwing is het dat wel. Zij duikt in het thema van de tand des tijds die meedogenloos de in de jaren 60 neergeplempte architectuur aantast. Als extra laag verdiept zij zich in een handboek voor de detaillist zoals dat in die periode werd gehanteerd. De lelijkheid - of misschien is "gebrek aan schoonheid" van de toen toegepaste architectuur een betere omschrijving - werd en wordt door het grote publiek nauwelijks ervaren.  Door de ogen van Elvira Smit word je daarvan wel bewust. De titel van het boek mist een onderwerp in de zin en wordt daarmee een vorm van gebiedende wijs. Dat zal Elvira toch niet bedoeld hebben? Hopelijk behoudt haar boek wel zijn waarde. De examencommissie was in ieder geval onder de indruk en verleende haar een Cum Laude Certificaat. Er is in meerdere opzichten nog een overeenkomst te zien in het volgende boek: Hibernation van Sander van Wettum.

 


Hibernation van Sander van Wettum

Wat meteen opvalt is het afwijkende formaat van het boek. Ongeveer 15 cm breed en 30 cm hoog is de bladspiegel. Het blijkt uitstekend geschikt voor de vierkante foto's van Sander van Wettum die als een spread over twee tegenoverliggende pagina's gedrukt kunnen worden. De vorm doet verder denken aan de toenmalige informatieboeken die reisbureaus hanteerden om reislustigen te informeren die een reis met verblijf wilden boeken. Dat laatste zou zo maar de bedoeling geweest kunnen zijn omdat Van Wettum ook de geschiedenis in duikt met zijn project. In eerste instantie tonen zijn foto's vakantielocaties buiten het seizoen. Ingepakt, opgeklapt, opgestapeld zo zien de voorzieningen er uit wanneer ze even niet nodig zijn. Mensen zijn er alleen op te zien als ze in een ondergeschikte rol onderhoud aan het plegen zijn. De beelden lijken op de uitgaansgelegenheden die ontdaan van neonlicht en glitter hun naakte, kale waarheid tonen.  Ze zijn in winterslaap om het nieuwe seizoen weer af te wachten.  Maar Van Wettum laat behalve deze jaarlijkse cyclus nog een andere cyclus zien. Een die vele seizoenen bestrijkt en die beschreven wordt door Richard W. Butler in het TALC model. De letters staan voor Tourist Area Life Cycle. In het model doorloopt de cyclus de stadia van ontdekking tot neergang en wederopstanding.  In een interessant essay beschrijft Van Wettum de opkomst en neergang van toeristische bestemmingen en hoe de aanblik van een hotel of zwembad je al meteen vertelt in welk stadium het toeristenoord zich bevindt. 

De stijl van fotograferen is klinisch, documentair, maar gelukkig wordt de groothoek vermeden zodat er niet teveel lege voorgronden worden getoond. Het essay wordt verluchtigd door enkele oude foto's afkomstig van reisbrochures. Er valt een opmerkelijke overeenkomst te zien met het hierboven beschreven boek van Elvira Smit. Zowel het onderwerp, de fotografie en het feit dat als extra laag gebruik wordt gemaakt van een standaard handboek op het betreffende gebied laat een vergelijkbare werkwijze zien.

Het boek Hibernation werd door de Volkskrantredactie tot een van de beste 10 fotoboeken uit 2021 uitgeroepen. Voor het design tekende Rob van Hoesel en het kwam uit bij de Eriskay Connection.

 


Polder 8 van Raimond Wouda

Een heel bijzonder boek over een wijk in Amsterdam Noord. Niet de meest populaire wijk van Amsterdam. Ik heb het over van vóór de gentrificatie. Een wijk ooit gebouwd voor de arbeiders van de scheepswerven die hier op fiets en loopafstand te vinden waren. Wouda combineert oude foto's uit archieven met actueel werk. Bovendien laat hij de ontwikkeling zien door op verschillende momenten dezelfde onderwerpen te fotograferen. Hij heeft er dan ook zelf gewoond. Het is daarmee een boek over zíjn wijk. Die liefde voor deze wijk met zijn bewoners die uitgebreid in beeld komen is terug te voelen.

Het ontwerp is van Hans Gremmen en behoorde tot de beste 10 Volkskrant fotoboeken uit 2021


Eiland van Jeroen Hofman

Een kloek boek is het geworden met de foto's die Jeroen Hofman maakte van de Waddeneilanden.  Door het grote formaat komen zijn foto's goed uit. Het zijn stuk voor stuk platen waar veel op te zien is. De linker pagina is steeds blanco zodat alle aandacht gaat naar de rechterpagina waarop steeds slechts 1 foto. De uitzondering wordt gemaakt voor de sequenties die hij heeft gemaakt van locaties bij eb en vloed.  Zijn foto's zoeken de esthetiek van het landschap. Ze zijn bijzonder vanwege het standpunt. Jeroen maakte ze vanuit het bakje van een hoogwerker waarmee hij de eilanden heeft bereisd. Het is merkwaardig hoe het perspectief verandert op zo'n 15 meter hoogte. Het leven onder je wordt getoond alsof het in een diorama is geplaatst. Een bijkomend voordeel is dat door de richting van de beeldhoek er nauwelijks oninteressante voorgronden ontstaan en ook perspectivische vertekeningen worden minder dominant, zeker bij gebruik van groothoek.

De foto's zijn zeer bestudeerd gemaakt. De horizon lijkt geëtst te zijn geweest op het matglas. Van enscenering is geen sprake. De mensen op zijn foto's spelen een belangrijke rol als aankleding van het landschap. Het boek is bovendien nog verrijkt met een essay door Arnold van Bruggen en een interview van Jeroen met Willemijn van der Zwaan - curator bij Fotomuseum Den Haag


Metropolis van Martin Roemers

Nog zo'n stevig boek. In Metropolis toont Roemers de wereldsteden waar in totaal meer dan 50% van de wereldbevolking woont hoe de gekte daar vorm krijgt. Hij kiest voor een zeer specifieke beeldtaal waarbij veel beweging ontstaat. In deze vaak kolkende stroom die wordt veroorzaak door verkeer is er altijd een eilandje van rust te zien. Iets of iemand trotseert de stroom en staat scherp in beeld. De achtergronden worden gevormd door de exotische en kleurrijke stadsgezichten die de steden zo kenmerkt. In veel opzichten een tegenstelling van het hiervoor besproken "Eiland" maar op één punt lijkt er een overeenkomst. Het standpunt van Roemers is vaak net zo hoog als van Hofman met het bijbehorende effect. Hij zet geen hoogwerker in, maar gebruikt gebouwen waar hij opklimt of wellicht bij hotels een kamer huurt. 

 


Het moet anders van Hans van der Meer

Met de boeken over voetbalvelden en de eenvormige stedelijke inrichting aan de hand van een catalogus voor stadsmeubilair heeft Hans van der Meer wereldfaam behaald. Dit boek is anders, maar het komt wel diep uit zijn hart. Hij laat hier zien hoe wij met onze veestapel omgaan. De "wij" hierin zijn de boeren, de politiek en daarmee in een democratisch proces wij toch weer met zijn allen. Van der Meer weet waarover hij praat. Hij runt al vele jaren jaarlijks een paar weken de boerderij van een vriend die een melkveebedrijf heeft. Behalve foto's levert Van der Meer veel achtergrondinformatie. Dingen zoals waarom worden de hoorns van koeien afgezaagd en wat waren de gevolgen van de uitvinding van het prikkeldraad lijken simpele kwesties, maar de gevolgen zijn groot. Ook de rol van de machtige clubs in de veevoeder-  en verwerkingsindustrie worden belicht. Zijn conclusie wordt door velen gedeeld. En daarmee tevens aangegeven waar het perspectief voor de boeren ligt. Het is vandaag (1 juli 2022) een actuele kwestie, maar al decennia een verloren zaak. De boeren zijn het verdienmodel van de agrosector die in een hopeloos achterhoedegevecht worden ingezet om de boel te laten zoals het is. Daarmee houdt het op wat de natuur betreft in Nederland en hiermee is het toch weer een boek over locatiefotografie. Het Nederlandse landschap is door de jaren heen sterk bepaald door de wijze waarop er geboerd wordt. Tot WW2 kleinschalig met veel handwerk en inzet van paarden, vanaf jaren 50 grootschalige ruilverkaveling, gebruik kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De opbrengsten zijn gigantisch gestegen maar de prijs is hoog geweest en dat zien we in het hedendaagse landschap terug. 


Tree and Soil van Robert Knoth & Antoinette de Jong

Dit bijzonder fraaie boek is vormgegeven door Kummer & Herrman en gedrukt bij Rob Stolk in Amsterdam. Het blijkt weer een prachtige combinatie. 

Het veroverde de Gold medal European Design award juni 2021 en behoorde tot de beste 10 boeken volgens de Volkskrant in 2020. De eenmalige oplage van 400 stuks was snel uitverkocht. Wat maakt dit boek zo bijzonder? Het begint met een ingenieus gevouwen stofomslag die rijk geïllustreerd is met beelden uit het boek. Dit vouwwerk brengt je meteen in Japanse sferen. Het formaat van het boek is zodanig afwijkend dat je eerder denkt een dichtbundel in handen te hebben dan een fotoboek. Het is dan ook heel poëtisch. Zowel in combinatie van beelden als dat je er ook letterlijk een aantal gedichten in aantreft.  Ook in beeldrijm laat het boek een aantal sterke voorbeelden zien. Verder valt op hoe de wetenschappelijke inhoud wordt gepresenteerd. Het boek beschrijft hoe in de cyclus van de seizoenen de natuur alles recyclet. Dus niet alleen de continuering van het leven van plant, boom en dier, maar helaas ook van de toxische neerslag als gevolg van de nucleaire ramp die zich in Fukushima heeft voltrokken. Deze neerslag is onderdeel geworden van het landschap en daarmee een element geworden in het antropoceen. De invloed van de mens op het landschap wordt hiermee aangegeven. De presentatie van de wetenschappelijke inhoud wordt verluchtigd door ook beelden op te nemen uit de collectie van Philipp Franz von Siebold die in de 19e eeuw Japanse flora en fauna verzamelde op Deshima, de Nederlandse handelszetting bij Nagasaki. Haalde Von Siebold nog elementen weg uit de natuur, de mens in het antropoceen voegt elementen toe aan de natuur. Dat dit laatste verwerpelijk is moge duidelijk zijn. Naast poëzie bevat het boek mythische afbeeldingen uit de Japanse cultuur. Dit alles is samen gebracht in één band en vormt een bijzonder esthetisch geheel. Het boek is niet snel bekeken. Het verdient herhaaldelijke raadpleging en aldoende merk ik steeds nieuwe verbanden en betekenissen op. 


Opsommingen

Hoe zou ik het beter kunnen aanduiden? Catalogi of Stillevens ? Het gaat hier om min of meer complete verzamelingen van doorgaans huis-tuin-en-keuken objecten die doodsaai worden weergegeven. Zij krijgen hun betekenis door hun afbeelding tussen hun peers. Eén enkel object zou niets te betekenen hebben, maar in hun context krijgt het betekenis. In elk boek op een andere manier. Het zijn conceptuele werken die in hun compleetheid een verhaal vertellen of een mening laten zien.

Hier is de boekvorm als medium een uitgelezen manier om een kunstwerk te realiseren. De fotografie is misschien zelfs ondergeschikt aan het totale idee. 

Checked Baggage  van Christien Meindertsma

 Meindertsma Laat hier haar  bijzondere kijk op de samenleving zijn.  Dagelijks vertrekken er duizenden reizigers vanaf Schiphol. Allemaal worden ze gecheckt op artikelen die  verboden zijn op op de vlucht bij zich te hebben. Deze spullen worden achtergelaten en door Schiphol aan opkopers verkocht. Zo kocht Meindertsma de opbrengst van 1 week: 3264 artikelen van nagelschaartje tot setje dartpijlen. Ze maakte er een boek van in een oplage van 1000. Elk boek ging vergezeld van 1 van de objecten en was daarmee uniek. Gezien de grote vraag is er een tweede druk verschenen in een oplage van 1843. Meer objecten waren er waarschijnlijk niet meer van de partij. Want ook deze oplage kreeg in elke verpakking een genummerd object mee. Je kunt het fysieke object opzoeken in het boek aan de hand van het object#.  Zo wordt er over onze veiligheid gewaakt zal de  boodschap zijn van Christien Meindertsma.


Het verzameld breiwerk van Loes Veenstra  van Christien Meindertsma

Loes Veenstra uit de 2e Carnissestraat te Rotterdam had een hobby in breien. Niet gewoon af en toe een trui maken, maar altijd bezig met breiwerk. Ze maakte truien in alle soorten en maten. Soms deed ze er 1 week over, soms ook 3. Het bijzondere is dat ze die truien niet voor zichzelf of iemand anders maakte, Ze maakte ze gewoon zomaar. Zo ontstond er een berg van meer dan 500 truien. Christien Meindertsma nam er 556 op in het boek. Van de 9 beschadigde truien werd van de vezels papier gemaakt, waar de omslag van het boek van werd gemaakt. Het  hele leven van een mens in truien opgenomen in een boek. 


PIG 05049 van Christien Meindertsma

In dit boek laat Christien Meindertsma zien tot welke producten een eenmaal geslacht varken leidt. Naast de te verwachten lapjes vlees en worstjes zijn dat nog tientallen andere producten, waarbij je verbaasd zult staan te zien om welke producten het allemaal gaat.

In de rug van het boek is het oormerk van varken 05049 geplaatst. De cover is als roze varkenshuid. De bladzijden zijn gescheiden door 8 duimtabjes, waarmee elk hoofdstuk teruggevonden kan worden. Er zijn grafieken voor de verdeling van het totale gewicht (van de 103,7 kg blijft 54 kg vlees over) over de verschillende productgroepen. Bijzonder is dat je elk product via een nummer kunt terugvinden op een schematisch overzicht van het varken en je dus kunt weten waar ergens in het beest dit vandaan komt. Nog meer bijzonder is dat Christien alle producten op ware grootte in het boek heeft afgebeeld inclusief het gewicht in grammen dat tot dusver werd verklaard. Je realiseert je dat je met het boek een heel varken in je hand hebt.

Het boek is een voorbeeld van een quasi-wetenschappelijke benadering van een project. Het is absurd in zijn detaillering, maar maakt ons bewust van het gebruik van dieren in allerlei consumentenproducten. Veganisten zullen er van gruwen.


Bottom Ash Observatory van Christien Meindertsma

Ook in dit vierde boek van Christien Meindertsma gaat zij als een wetenschapper haar onderwerp te lijf. Een volle emmer vliegas van de vuilverbranding in Amsterdam is haar uitgangspunt. Door steeds fijner te zeven haalt ze er heel veel verschillende producten uit. Bijna het hele periodieke systeem is vertegenwoordigd. Steeds maakt zij foto's van de gevonden laag deeltjes. ook hier past ze de techniek toe van het zuivere gewicht vermelden en afbeelden op ware grootte. Het is bizar om te zien wat er in één emmer kan worden gevonden. Geologie van onze eigen oppervlakte en archeologie van ons hedendaagse bestaan. Dit groot formaat boek is een groots bezit.


Eindhovenseweg 56 van Ton Grote

Toen de vader van Ton Grote  - na het overlijden van zijn echtgenote - eindelijk toekwam aan het opruimen van het huis, begon Ton alle voorwerpen die zij bezaten te fotograferen. Aan alle voorwerpen zitten verhalen en herinneringen vast. Die raak je niet kwijt als je ze fotografeert was zijn gedachte. Er was nooit iets weggegooid bleek nu. De meeste voorwerpen bestonden dan ook in verscheidene versies van ouderdom. Naar ontwerp van Jeremy Jansen ontstond een prachtig boekwerk dat tot de best vormgegeven boeken van 2022 behoort.  Een droge opsomming van de inventaris, grotendeels in zwart wit op dun mat papier. Een catalogus voor een veiling, maar veel meer een verhalenbundel voor wie de associaties kan leggen met als titel het adres waar al deze verhalen zich afspeelden.


Spul van Harold Strak

Het begon allemaal met een gedreven fotograaf, Harold Strak, die bekendstaat om zijn bijna wetenschappelijke benadering van het medium gekoppeld aan een technisch, maar kunstzinnig geïnspireerd perfectionisme. In 2009 begon hij nietsvermoedend aan wat zijn magnum opus zou worden: het fotograferen van de voornamelijk kleine archeologische vondsten die werden gedaan bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn in het historische centrum van Amsterdam. Spul is gewijd aan de uitmuntende productfotografie van Harold Strak, in combinatie met de bijzondere en gedurfde vormgeving van Willem van Zoetendaal.   In negen jaar tijd werden er door de hoofdstedelijke afdeling Monumenten en Archeologie 700.000 vondsten opgegraven. Harold Strak maakte van deze uiteenlopende, alledaagse objecten 35.000 opnamen. Uiteindelijk werden er 15.000 foto’s afgebeeld in Spul: de omvangrijke catalogus van archeologische vondsten die werd uitgebracht gelijktijdig met de opening van de nieuwe Noord-Zuidlijn. In de tentoonstelling Amsterdams spul wordt een zorgvuldige selectie uit die waterval aan spullen op een andere, bijzondere en monumentale manier uitgelicht. (overgenomen uit publicatie door Huis Marseille)

 


Van De Baltics naar de Balkan

Bij het selecteren van boeken voor deze beschrijving heb ik de geopolitieke ontwikkelingen in Oost-Europa als uitgangspunt genomen. Dat dit actueel is blijkt niet alleen uit de stroom nieuwsberichten maar ook uit de aandacht die fotografen hieraan besteden.

Recent zijn er een paar mooie fotoboeken verschenen. Zo mooi dat een aantal van hen in de jaarlijkse prijzen zijn gevallen zoals die o.a. door De Volkskrant worden toegekend. Dat is mooi meegenomen, maar het gaat natuurlijk ook om de inhoud.

Siberian Exiles van Claudia Heinermann – Part 1 Lithuania  - Part 2 Freedom Fighters  -  Part 3 The story of Marju and the legacy of the Atomic Bomb 

Het werk verschijnt in 3 delen. Deel 1 is daarbij niet 1 band, maar 5 of eigenlijk zelfs 6 als je het introductieboekje meerekent. Opgenomen in een cassette. Eind 2022 is eerst deel 3 verschenen. Een heel andere uitvoering dan de eerdergenoemde cassette. Een groot en zeer lijvig boekwerk, enkele kilo's zwaar.  Het onderwerp is dan ook zwaar.  Deel 2 verscheen in het voorjaar van 2023. Opnieuw een "doorstopper" .  Het werd ten doop gehouden in het Nationaal Fotomuseum te Rotterdam, waar de expositie over dit project werd getoond. De feestelijke introductie werd bijgewoond door de 3 ambassadeurs van de Baltische staten.  Alle 3 de delen werden door SYB ontworpen. Het eerste deel en ook deel 3  werden door de Volkskrant tot de beste 10 fotoboeken gerekend die er in dat jaar verschenen.

In het eerste deel vertelt Heinermann aan de hand van bezoeken aan locaties en interviews met overlevenden en nabestaanden de gruwelen van de deportaties die in de vroege jaren 40 door de Sovjets in Litouwen werden uitgevoerd.  Brute en vernederende verplaatsingen van mensen, soms mannen alleen, maar ook veel gezinnen die have en goed moesten achterlaten om in een volledig onvoorbereid gebied moesten zien te overleven en vooral voor voedselproductie moesten zorgen voor het Russische leger. De ontberingen waren zodanig dat velen het leven lieten.

Deze verhalen zijn amper bekend. In de Sovjet-Unie was het bespreken een taboe en je werd om minder met jarenlange afzondering gestraft, als je dit toch zou doen. In het boek van Solzjenitsyn “De Goelag Archipel” uit 1973 lees je daar van alles over.   Heinermann gaat als een onderzoeksjournalist te werk en levert vooral een geschiedkundig document, misschien meer dat dan een fotoboek.

Na de dood van Stalin in 1953 werd de situatie beter voor de gedeporteerden en begonnen enkelen ook aan hun terugreis. Velen zijn echter gebleven. Hun gezinnen waren inmiddels geworteld op hun nieuwe plekken en in Litouwen zouden ze ook niet meer de oorspronkelijke situatie aantreffen.

Toevoeging 2022:  Helaas is het onderwerp "deportatie" opnieuw actueel. In de momenteel woedende oorlog in Oekraïne bedient Rusland zich weer op dezelfde wijze van dit mensonterende gebruik. De overwonnen Oekraïners worden verplaatst naar diep in Rusland gelegen locaties om opstand te voorkomen en assimilatie te bereiken. Zelfs de opmerking over de zware straffen die degene kan verwachten bij alleen maar spreken over de gebeurtenissen, is ook nu weer aan de orde.

Terug naar de draad van het verhaal:

De banden  van deel I behandelen steeds verschillende families en verschillende lotsbestemmingen. De gebeurtenissen verlopen allemaal volgens een patroon. Alle families ervaren de deportaties op dezelfde manier. Ze noemen los van elkaar dezelfde feiten. Dat maakt het verhaal sterk. Naast beknopte teksten (Heinermann laat vooral de personages zelf aan het woord) zijn er in de boeken tekeningen en oude foto’s opgenomen.  Deels zijn deze afkomstig uit de privé albums van de betrokkenen en voor een deel zijn het de reportagefoto's die in 1989 werden gemaakt van de reis die de gedeporteerden terug maakten naar het deportatiegebied om hun doden op te halen. Qua indeling van de banden heeft SYB in één band de interviews ondergebracht van de gedeporteerden die terugkeerden naar Litouwen. In twee afzonderlijke banden zijn de interviews met mensen opgenomen die  in de deportatiestreek bleven wonen. Het gaat om 2 gebieden: Altay en Yakutia. Heinermann maakte vooral veel nieuwe foto's van deze gebieden, waarmee deze banden werden gevuld.  

Het boek is vooral een geschiedenisboek. Je leert iets over het verleden. Het is ook een aanklacht naar de oude bezettingsmacht, zonder overigens veel verwachtingen van die kant. De rollen zijn inmiddels wel omgedraaid. De verhoudingen binnen Litouwen zijn gewijzigd, maar men is wel op zijn hoede. 

In het deel 3 komt de deportatie vanuit Litouwen veel minder aan de orde. Het gaat hier om de deportatie naar Kazakhstan naar locaties die in hun geheel de Gulag vormen en wel heel specifiek naar de site waar in de jaren vijftig van de vorige eeuw de atoombomproeven werden gehouden. Op deze site werden niet alleen gedeporteerden uit de Baltische staten te werk gesteld maar ook veel Japanners, naast politieke gevangen en criminelen. Het boek behandelt verder grotendeels de gevolgen van de radio actieve straling op de bevolking van het gebied. Heinermann gaat weer op dezelfde wijze te werk. Zij interviewt ooggetuigen en nabestaanden over hun persoonlijke ervaringen. Op fotografisch gebied zijn er dan ook nauwelijks meer verrassingen. Een groot portret van de betrokkene en foto's van hun huidige omgeving. Verder vooral veel fotomateriaal opgenomen in musea en gekopieerde documenten. Ook een veelheid aan archiefbeelden van atoom- ontploffingen en de bekende sinistere paddenstoelwolken.  De persoonlijke verhalen bevatten vaak letterlijk dezelfde herinneringen.  Het volgt natuurlijk wel de noodzakelijke meer-bronnen regel die een journalist nu eenmaal moet hanteren.  

Vanwege Corona is Heinermann met deel 3 begonnen omdat ze daar het materiaal al van  voorhanden had en voor deel 2 de noodzakelijke reizen niet kon maken. Deel 2 is in mei 2023 verschenen. Opnieuw een kloek boek ontworpen door SYB. Het boek kan vanaf twee kanten worden opengeslagen. Het zijn daardoor 2 boeken in één band geworden. Het boek draagt de titel "Freedom Fighters". Begin je te bladeren aan de kant met de cover van bos, dan beland je in een woud van dichte bossen en soms zachte bosgrond en al bladerend kom je de verstopte partizanen tegen.

Heinermann heeft de hoogbejaarde overlevenden van deze tijd geïnterviewd en hun verhalen opgetekend. Het zal in de meeste gevallen een van de laatste kansen zijn geweest dit te doen. En het belang is evident. De geschiedenissen van de personen laten een patroon zien. In de jaren voorafgaand aan WW2 leidden de inwoners van Litouwen een sober maar toereikend bestaan en vormden zij gelukkige gemeenschappen. Deze werden aanvankelijk verstoord door de inval van de Duitsers in 1940, maar de effecten waren nog beperkt. De grootste ellende kwam toen de Sovjets de Duitsers kwamen verdrijven. Zij richtten zich tegen de bevolking door op grootschalige wijze de mensen te deporteren naar verafgelegen gebieden in de Sovjet Unie. Als reactie hierop vluchtten de mannen de  bossen in en richtten de partizanengroepen op. In dit deel beschrijft Heinermann hoe de bevolking in het geheim deze groepen ondersteunden en als gevolg daarvan - bij ontdekking - in vreselijke omstandigheden terecht kwam. Deze situatie duurde voort totdat in 1953 na de dood van Stalin er een lichte verbetering optrad. De gevangenisstraffen en deportaties werden beëindigd en veel Litouwers keerden terug naar hun land. Hun land was echter demografisch Russisch geworden en de oorspronkelijke bevolking ondervond opnieuw discriminatie en uitsluiting.

Het werk van Heinermann is zo belangrijk om de huidige ontwikkelingen aan de grenzen met Rusland te kunnen begrijpen. Velen vrezen voor een herhaling in de nabije toekomst.

De tentoonstelling gaat op reis naar de Baltics en wellicht naar andere landen. Hiermee wordt in een leemte in ons historisch besef voorzien.

De volumineuze werken verdienden in de jaren van hun verschijnen  een plaats in de beste 10 van de Volkskrant.

In oktober 2023 opende ook in Huis Marseille de tentoonstelling van Eddo Hartmann. Hartmann heeft zich deels op hetzelfde onderwerp gestort, zij het vanuit een andere invalshoek. Hij richt zich uitsluitend op het ecologische gevolg van de kernproeven in Kazachstan en noemt de deportaties niet van de mensen die hierbij gedwongen werden om mee te bouwen. Hij laat ook eigenlijk alleen de huidige situatie zien. Hij heeft met dezelfde personen gesproken als Claudia Heinermann ! Zijn werk is toch oppervlakkiger, ondanks zijn poging om met infrarood beelden de nog aanwezige straling in beeld te brengen. Volgens mij laat de straling zich alleen meten en niet zien. Zijn fraai uitgevoerde  boek "The Sacrifice Zone" zal mijn verzameling dan ook niet halen.


The Former Capital van Rob Hornstra en Arnold van Bruggen

Ook dit is een eerste deel van een reeks. De reeks Europa. Design door Kummer en Herrman. Veelbelovend, maar door de pandemie op achterstand gekomen. Dit eerste deel gaat ook over Litouwen. Het is het huidige Litouwen, waar sinds de jaren 80 van de vorige eeuw men is begonnen met het voorzichtige herstel van de identiteit. Het hedendaagse volk is zich sterk bewust van de gevaren die vanuit de buurlanden op hen af kunnen komen. Hornstra laat ook ouderen aan het woord en de deportaties volgens Heinermann komen ook hier terug. Dat zijn dan vooral de portretten in zijn boek. Met reportages legt hij de activiteiten van de jongeren vast die allemaal patriottistisch van aard zijn. De beeldtaal in beide boeken komt overeen. Zelfs onderwerpskeuze zoals slachtvee en stillevens. De boeken vullen elkaar aan. In chronologie volgen ze op elkaar. De boodschap is meer vooruitkijkend en waarschuwend, waar Heinermann de historie beschrijft. Een bijzonderheid is nog te vermelden hoe Hornstra in juni 2022 een rode sticker rondzendt aan de bestellers van het boek. Deze sticker dient  over de cover geplakt te worden als gevolg van een rechtzaak. De geportretteerden zijn weliswaar niet herkenbaar en met toestemming gefotografeerd, maar vanwege hun minderjarigheid zou het recht niet bestaan op publicatie. Op bovenstaande foto is de sticker aangebracht.

Inmiddels is er een deel 2 en 3 uitgekomen:

The Naval Base over de Marinestad Den Helder en Our Ancestral Home over de Baskische minderheid in Zuid Frankrijk

Meer naar het zuiden van Oost-Europa komen we in de Balkan, het voormalige Joegoslavië.


Bloed en Honing van Irene van der Linden en Nicole Segers

Een kloek boek met veel tekst en foto’s. Beeldredactie door Marc Prüst en tekstredactie door Tijn Boon. Het is een reisbeschrijving die min of meer nauwkeurig in de voetsporen van een voorganger: Rebecca West uit 1937 werd gemaakt.  West kon de reis maken zonder een grens over te steken, het tweetal nu had met veel grenspassages te maken en bovendien met een vijhandige houding tussen veel bevolkingsgroepen. De Balkan is verdeeld naar etniciteit en religie en de kloof tussen de bevolking is groter dan ooit. Er is een grote hoop gevestigd op Europa. Aansluiting en een éénwording binnen Europa wordt gezien als de oplossing voor de conflicten van vandaag. Helaas zien wij Europa ook scheuren en op zijn minst kraken. Daarom is het boek een waarschuwing. De schrijvers noemen de Balkan niet voor niets de kanarie in de kolenmijn. Het laat duidelijk zien waar de opdeling toe leidt en dient als waarschuwing voor een verdere versnippering van Europa. De vorm is apart. In een poging de tekst en beeld naadloos op elkaar de laten aansluiten wordt er met lettergrootte gevarieerd zodat de bladspiegel gelijk blijft. Hiermee zouden de foto’s niet als illustratie dienen maar gelijkwaardiger aan de tekst zijn. Naar mijn mening geldt dat eveneens voor de  voorgaande 2 boeken, waarin tekst en foto’s elkaar afwisselen zonder dat één van de twee een ondergeschikte rol krijgt.

Het huidige boek geeft veel inzicht in de geschiedenis van het voormalig Joegoslavië en verklaart op een populaire manier het uiteenvallen van dit land en de conflictueuze opkomst van de reeks nieuwe Balkanlanden. Er wordt met interviews met lokale mensen een samenhangend beeld opgebouwd. Gebeurtenissen zoals oorlogen in het verleden worden door verschillende mensen genoemd en daardoor ontstaat  een goede samenhang.

Het  boek werd uitverkoren door de Volkskrant voor de beste tien uit 2020.


Aftermath van Steffi Reimers

Steffi Reimers studeerde in 2021 af aan de Fotovakschool in Amsterdam. Ik bezocht haar eindexamententoonstelling en kreeg vervolgens het verzoek aan de crowd fundingsactie mee te doen, die tot doel had haar werk in een boek te publiceren. Dat boek is er nu. Het gaat over de nasleep van het conflict in vm Joegoslavië en heel specifiek over de actuele situatie in Bosnië.

Tegen de achtergrond van dit grote verhaal heeft Steffi een persoonlijke ervaring  klein weten te houden. Dat maakt het behapbaar. Geen grote politieke thema’s maar  laten zien wat het voor de mensen die ze heeft leren kennen heeft betekend. Dat maakt het ontroerend.

Ook de samenwerking met Sybren heeft iets moois opgeleverd. SYB heeft duidelijk de vrije hand gekregen met het ontwerp en het is heel bijzonder geworden.

Ik zoek altijd naar de betekenis die een keuze voor de vorm heeft.

Mijn interpretatie is dat het boek eigenlijk een bundel gevonden ervaringen is. Bijeengehouden door een koord en dus geen boekband. Een koord verbindt het verleden met het heden. Daarmee is ook de slipcase verklaard. Omdat er geen boekband is er een andere bescherming nodig. De slipcase is enerzijds een gesloten omgeving, waarin je je herinneringen kunt opbergen, maar de uitgestanste titel nodigt uit tot opnieuw kijken. De titel is ook distorted, alsof het kogelgaten zijn.

De afwijkende paginagroottes laten meer ruimte voor de mensen die in het centrum van het boek staan dan voor de omgeving en natuur die daaraan voorafgaan en daarop volgen.

Ook de volgorde van de foto’s is goed gedaan. De kijker wordt  aan de hand meegenomen in het gebied en hem/haar wordt geleidelijk op de sporen van menselijke bewoning en vervolgens verwoesting gewezen. Maar ook opbouw en herstel is te zien. Dus er blijft altijd hoop.

Ik heb  mijn analyse met Steffi gedeeld en zij kon alleen maar bevestigen dat haar bedoelingen goed zijn overgekomen.

 

Qua regio passen ook de volgende boeken bij deze bespreekselectie:


Macedonië door Cuny Janssen uit 2003

Dit boek gaat uit van een heel andere opvatting. Het bestaat uit louter foto’s en bevat dan ook geen letter tekst. Het boek is ontworpen door SYB en behoort tot de beschreven collectie van Badger en Parr. Het bestaat uit een Portrait en een Landscape deel. Janssen speelt met deze begrippen door op de portrait-pagina’s inderdaad portretten af te beelden en op de landscape pagina’s landschappen. Het boek gaat over het zelfstandige (Noord) Macedonië dat na het uiteenvallen van Joegoslavië is ontstaan.  De portretten zijn van kinderen of jongvolwassenen, getuigen van eenvoud of soberheid en tonen vroegrijpe blikken die tijdens de recente oorlog veel ellende hebben gezien. De landschappen zijn ongerept en laten vrijwel geen beïnvloeding door de mens zien. Een zekere idyllische sfeer kan het boek niet ontzegd worden. Het is een soort rust die ná de oorlog over het gebied valt en waarin de jonge generatie een toekomst heeft.


Anastasiia door Christian van der Kooy

Weliswaar een stuk buiten de regio, maar als je als thema “geopolitiek” hanteert dan past ook dit boek bij deze bespreking. Het boek behoorde bij de beste 10 fotoboeken van 2019 en het design is van Rob van Hoesel.

Christian van de Kooy beschrijft het land Oekraïne aan de hand van een rondreis Kiev, Odessa, De Krim en weer Kiev. Zijn foto’s betreffen zowel landschappen als portretten. De recente geschiedenis is nooit ver weg, hetgeen vooral in de begeleidende teksten tot uitdrukking komt.

Het project heeft een kennelijke zeer persoonlijke wending gekregen doordat Christian met zijn fixer Anastasiia een relatie kreeg. In het boek zijn de poëtische dagboeknotities van Anastasiia opgenomen bij haar selfies. Typografisch is er onderscheid gemaakt tussen de teksten van Anastasiia en Christian. De observaties door Christian zijn in zwarte tekst terwijl de beschouwingen over het verleden door Anastasiia in roze zijn uitgevoerd. Dezelfde kleur als waarin haar selfies en dagboekaantekeningen zijn gedrukt.

Het boek kreeg waarderingen voor het best verzorgde boek 2018 en kwam in de selectie voor de toptien van De Volkskrant 2019.

Toevoeging 2022: Het boek spreekt zich slechts een enkele keer uit over de politieke ontwikkelingen. De Krim wordt nog als idyllische plek getoond. Verwijst wellicht naar wat de Oekraïners zouden wensen. Maar op de laatste pagina schrijft Anastasiia aan Christian dat ook na het maken van de keuze van de foto's de tijd niet stil staat en er ontwikkelingen zullen komen.  We weten inmiddels dat die er zijn geweest.


For Hanna, Future Stories from the Past door Willem Poelstra

Dit lijvige boek van de helaas te vroeg overleden Willem Poelstra is een vermenging van een persoonlijke ervaring en een verslag van een aantal bezoeken aan het land Kosovo. Na het overlijden van zijn ouders bleek tot de nalatenschap een koffer met documenten en foto’s te behoren, die het startsein vormden tot dit project. Met de titel van het boek draagt hij het werk op aan zijn moeder. In zijn bezoeken aan het land werd hij getroffen door dezelfde ervaringen (zie bovenstaande boekbeschrijvingen) die de recente Balkanoorlog heeft achtergelaten, maar ontmoette hij ook mensen die de kloof van de haat wisten over te steken en die net als zijn ouders vreedzaam samenleefden. Het boek bevat heel veel landschappen met ruïnes, waarbij je het gevoel krijgt dat het hele land vol staat met achtergelaten bezittingen.  Deze foto’s zijn op dun krantenpapier gedrukt, wellicht om de tijdelijke betekenis weer te geven. Het centerpiece van het boek gaat over de mensen die hij heeft leren kennen. Hun verhalen staan naast hun portretten. Een even groot gedeelte van het boek wordt gewijd aan de Future stories from the past. Oorlogsverhalen door de ooggetuigen. Met foto’s van de verteller en de omgeving die het betreft. Om het boek toegankelijk te maken voor de lokale bevolking is een vertaling in het Albanees en Servisch opgenomen.

Het boek werd in 2017 door De Volkskrant tot de beste 10 boeken gerekend.


"

De boekenreeks die hieronder wordt besproken heeft geen andere samenhang dan dat in alle boeken een dier de hoofdrol speelt: 

We beginnen met De Slak op het Grasveld van Oscar van Alphen

Maar eerst iets over Oscar van Alphen zelf

Oscar van Alphen (pseudoniem voor Cees Nieuwenhuijzen)
Alphen a/d Rijn 14 september 1923 – Amsterdam 21 november 2010 

Van Alphen rondde een opleiding in de zeevaart af in 1946, onderbroken door de oorlog toen hij ondergedoken zat in West-Friesland. Hij was korte tijd werkzaam op de grote vaart, waarna hij een studie sociale geografie begon aan de Universiteit van Amsterdam. Deze studie moest hij in 1951 afbreken vanwege opgelopen tuberculose tijdens de oorlogsjaren. Hij raakte toen geïnteresseerd in de fotografie en publiceerde in 1958 zijn eerste boek: Kinderen in de grote stad.

Hij richtte zich voornamelijk op de kritische documentairefotografie. Hij maakte onder andere fotoseries over de Rote Armee Fraktion, de Berufsverbote in Duitsland en Palestijnen. Bekend is zijn boek en de bijbehorende tentoonstelling over Duitsland Het rijke onvermogen (1977).

In 1973 won hij een World Press Photo. In 1992 maakte hij het werk De slak op het grasveld, met teksten en citaten van Jean-Paul Sartre, Maarten 't Hart en Hugo Claus.

Tot zover geput uit de bron Wikipedia.

Eind jaren vijftig begonnen als reportagefotograaf en fotojournalist in de humanistische traditie ontwikkelde hij zich in de jaren zeventig en tachtig tot een geëngageerd denker over de betekenis en de (on)mogelijkheden van de documentaire fotografie. De kritische posities van internationale auteurs inspireerden hem tot de samenstelling van Een woord voor het beeld (1993), een bundel teksten over het medium fotografie. In zijn eigen maatschappelijk betrokken werk experimenteerde hij steeds vaker met combinaties van beeld en (geschreven of gesproken) teksten.

Zijn in 1958 verschenen fotoboek Kinderen in de grote stad is een prachtig geobserveerd tijdsdocument, Het Moment Voorbij (1982) markeert zijn breuk met Henri Cartier Bresson’s theorie van het beslissende moment. 

Van Alphens twijfel over de visuele zeggingskracht en het waarheidsgehalte van documentaire beelden stond het maken van visueel sterke foto’s zeker niet in de weg. De hiernaast afgebeelde opname van een demonstratie waarop burgerlijk verzet en kleinburgerlijk gedrag zich letterlijk naast elkaar manifesteren, typeert zijn scherpe, mild ironische blik.

Bron: Stedelijk Museum

Concluderend kun je stellen dat Oscar van Alphen zijn tijd ver vooruit was. Momenteel is de visie op Documentaire Fotografie ver in zijn richting opgeschoven. Men spreekt tegenwoordig al snel over “storytelling” bij documentaire projecten, waarbij de letterlijke geschiedschrijving niet meer centraal staat en de fotograaf niet alleen beelden maakt en selecteert, maar ook tekst, video en audio toevoegt om zijn persoonlijke kijk op het onderwerp te verwoorden. Hiermee onderscheidt het genre zich duidelijk van journalistieke fotografie en maakt het de grens tussen autonome fotografie en Documentaire Fotografie heel diffuus. Van Alphen meende destijds nog dat documentaire fotografie niet tot het domein van “kunst” zou moeten worden gerekend. Het bestuderen van het werk en visie van Oscar van Alphen, die gebaseerd is op de filosofie van o.a. Nietzsche, Roland Barthes en Susan Sontag is zeer relevant en verdient beslist meer aandacht.

Uit de monografie uitgave door Fragment uitgeverij, geschreven door Frits Gierstberg heb ik de volgende statements opgeschreven die de theorieën van Oscar van Alphen verduidelijken:

  • Het feit dat een foto voor zich moet spreken is een volkomen achterhaald standpunt
  • Gemanipuleerde foto’s zouden ook tot documentaire fotografie gerekend moeten worden
  • Tussen foto en werkelijkheid bestaat een wezenlijke band, het medium kan derhalve niet als autonome kunst worden beschouwd

 En nu naar het boek:

Allereerst over de titel. Het gaat zeker niet over een slak. Om dit dier te zien moet je tot het laatste hoofdstuk wachten. Maar al die tijd ervaar je met een zekere traagheid de wederwaardigheden die OvA ons vertelt aan de hand van veel snapshot-achtige foto’s die hij maakte in diverse landen van West-Europa. De foto’s hangen losjes samen met de tekst en soms blijkt het verband pas in latere hoofdstukken. Het boek lijkt erg gestructureerd, maar deze schijn bedriegt. Het zijn vooral herinneringen die poëtisch zijn vormgegeven. De vele tekstfragmenten van verschillende auteurs geven geen toelichting, maar vormen een eigen poëtisch verhaal. Een tip om het boek te doorgronden is vooral de index ter hand te nemen. Hier vind je captions en auteursnamen en een opgave van de werken waaruit de fragmenten afkomstig zijn.

Zonder in meer detail te treden wil ik bij hoofdstuk V stilstaan. Het hoofdstuk is getiteld: “Revolutie en de lichamen” en raakt mijns inziens de kern van het denken over Documentaire Fotografie van OvA. Volgens hem is het reportagebeeld meer dan het vastleggen van de historie. ”De inhoud wordt bepaald door een innerlijke beweging van visuele aard” Deze tamelijk onbegrijpelijke tekst schrijft hij als voetnoot bij de notitie van Walter Benjamin, cultuurfilosoof. Samen met Roland Barthes en Susan Sontag zijn dit zijn bronnen voor zijn visie. Wat hij bedoelt is: De kijker moet met zijn actieve waarneming het werk afmaken”  

Na dit zware boek iets lichters:

A Horse is a Horse, of Course door Stienes Veldkamp. Uitgegeven door Stichting Noorderlicht ter gelegenheid van een expositie in het Natuurmuseum Groningen

Een fragment van Gerrit Krol en een kort verhaal door Eddie Marsman vormen de inleiding van dit kleine werk. Daarna volgt een serie foto’s van allerlei dieren, maar in de vorm van een beeldje, knuffel of speelgoeddier. Een uitzondering is gemaakt voor de kat, gier en de ijsbeer. Levende exemplaren hebben model gestaan voor hun bijdrage. Elke foto gaat vergezeld van een korte omschrijving afkomstig uit verschillende publicaties. De foto’s zijn in zwart wit en het geheel is tamelijk leuk en pretentieloos.

Iets heel anders:

Het paard in de kalebas door Charlotte Dumas. Uitgegeven door Japanmuseum Sieboldhuis te Leiden naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling in 2018.

Wat we vooral te zien krijgen is de liefde van Charlotte Dumas voor zowel Japan als voor paarden. We kennen haar monumentale werken van dieren uit het verleden van tijgers en wolven, maar de laatste tijd toch vooral van paarden. Ze gaat op zoek naar oorspronkelijke rassen en legt vooral verbanden met de cultuur van land en volk in combinatie met dit dier. Zo brengt zij het verhaal van de ruiter die zijn paard bij zich draagt in een kalebas en naar believen kan oproepen. In het boek staan niet alleen haar foto’s maar ook veel gevonden materiaal in de vorm van prenten, objecten en oude foto’s. Centraal figureert het meisje Yuzu. Het boek is misschien wel de spin off van het filmproject dat Charlotte Dumas met dit meisje maakte. In elk geval diende het als catalogus bij de tentoonstelling in het Sieboldhuis. In zijn nawoord schrijft de directeur van het Japanmuseum Kris Schiermeijer: Ze is in haar werk op zoek naar het kwetsbare en weerbare. Dit doet ze aan de hand van 5 objecten (de kalebas, de maagsteen, een speelgoedpaard, een buikkleed en een verguld paardenbeeld) die op een poëtische associatieve wijze onderwerpen zoals spel, magie, de kracht van verbeelding maar ook de vergankelijkheid met elkaar verwerven. Een tekst waar ik het van harte mee eens kan zijn.

De uitgave is kwetsbaar met een dubbele omslag waarop een doek voor de bescherming van de buik van het paard. Op deze manier wordt ook het boek beschermd. Het boek werd in 2018 op de longlist geplaatst van de best verzorgde boeken.

Een ander dier:

Mijn Lama van Lies Wiegman

Dit kinderboek werd in de jaren ‘60 door oliemaatschappij Esso-Nederland als relatiegeschenk uitgegeven. Het is door Rotagravure pers in Leiden gedrukt. De offset druk levert technisch mooie beelden. De fotografie is interessant voor die tijd: alles mooi gekaderd en op ooghoogte van kind respectievelijk lama. Uiteraard in korrelig zwart wit. De meest interessante foto is die waarin het interieur van de woning is te zien en die een tijdsbeeld geeft.

Naast de foto’s staat de tekst van Miep Diekmann, de bekende kinderboekenschrijfster. Het is dan ook een kinderboek. De tekst volgt wel heel letterlijk de fotografie. Op zich bijzonder hoe een oliemaatschappij zich presenteerde. In die tijd was dat zeker nog niet verdacht. Ook lama’s kwamen in die tijd alleen voor in dierentuinen in deze wereld. Inmiddels zijn dit ook productiedieren geworden in de agrarische industrie. Ook in dit verhaal blijkt de lama uit een dierenpark ontsnapt te zijn en brengt het een bezoek aan een meisje dat hem rondleidt langs allerlei dieren. Een beetje flauw verhaal, dat kinderen vandaag zeker niet meer boeit en wellicht nooit gedaan heeft. Ook de beeldtaal in hoog contrast zwart wit foto’s zal weinig kinderen in de leeftijd waarvoor het verhaal is bedoeld, hebben kunnen bekoren. Een uitvoering als prentenboek in kleur en heldere tekeningen had meer voor de hand gelegen.

Al met al meer een curiositeit om in de boekenverzameling te hebben dan een duidelijke vertegenwoordiger van een stroming of iets dergelijks.

Als voorbeeld van de grote variëteit die er in fotoboeken bestaat nu het boek:

The Rumour van Paul Kooiker.

Uit de titel blijkt niets van de inhoud. De inhoud bestaat uit een reeks foto’s van ezeltjes. Aandoenlijk portretten van dit vaak zo ondergewaardeerde dier. De foto’s zijn zonder referentie, maar toch krijg je de indruk dat het om een klein soort ezel gaat. Wij kennen Paul Kooiker van geheel andere projecten waar hij zijn lens richt op onderwerpen van plassende vrouwen tot aan sigarenpeuken. Meestal is er een flinke dosis erotiek te vinden in zijn werk. Hoewel dat in dit werk niet aan de orde is, is hij door Het Centraal Museum in 2020 toch gekozen om met een groot aantal andere kunstenaars de tentoonstelling “de tranen van eros” te verbeelden. Wellicht is zijn reputatie van meer doorslaggevende betekenis geweest dan dit actuele werk. In dit werk toont Paul Kooiker ons 19 ezeltjes die hij in zijn studio heeft gefotografeerd in al hun pluizigheid en met veel geduld.

Als beeldtaal kiest Kooiker voor een klassieke, theatrale benadering. "Deadpan" zou je zijn stijl kunnen noemen. Deze stijl is eigenlijk heel herkenbaar voor Paul Kooiker. Ongeacht het onderwerp gaat hij steeds uit van deze benadering.

 

Volgens Isabelle Lambrecht (www.stepisa.be) moeten we in de ezel het volgende zien:

De vele positieve eigenschappen van een ezel. 

Intelligentie, nederigheid, wijsheid, soberheid, taai, aanhankelijk, sterk, intelligent, voorzichtig en volgzaam, deemoed, geduld, eenvoudig en je kan op haar rekenen.

Wanneer je vanuit je ego denken met haar omgaat en je wil haar dwingen tot iets dan zijn ze halsstarrig, koppig, hartstochtelijk en lankmoedig. Dan zijn ze het volmaakte symbool van onze rationele persoonlijkheid. Ze draagt, evenals de ezel, de last van al ons lijden, en voert ons door het leven. Ze is halsstarrig, zelfzuchtig en wil niet ‘gaan’ naar wat wij (als ego) het beste vinden. Wanneer we echter op ons zielepad zitten en ons buikgevoel volgen is de ezel onze trouwe metgezel en kracht.

Gezeten op de ezel zit de mens op zijn eigen rebellie. De ezel is volgens Reed de vader van alle rebellen, maar is ook de drager van de verlossing. De ezel is de rijkdom van de arme man. Ezels zijn namelijk taai en sober: ze zijn tevreden met voedsel waar paarden of koeien hun neus voor ophalen. Verder kunnen ze goed tegen de hitte en kou hebben ze een groot uithoudingsvermogen. Van ‘s morgens tot ‘s avonds kunnen ze sjouwen  met op hun rug een mens of andere zware lasten. Ze kunnen echter slecht tegen regen en vocht. Doordat hun vacht niet waterdicht is, worden ze bij regen snel door en door nat. Vocht is ook slecht  voor hun hoeven. Daarom moeten ezels altijd een droge stal hebben.

Het boek The Rumour werd in 2020 tot de 10 beste fotoboeken door de Volkskrant gekozen. De mooie zwart wit platen moet je bij goed licht bekijken. Bij kunstlicht is al snel een magenta zweem te zien.

Een boek dat zeker niet mag ontbreken in deze selectie is:

The Migrant van Anaïs Lopez.

Het boek is slechts één van de verschijningsvormen waarmee Anaïs Lopez haar project The Migrant naar buiten heeft gebracht. Aanvankelijk verscheen het boek in slechts 2 exemplaren. Eén voor het stadsarchief van Singapore, dat zo’n belangrijke rol speelt in het verhaal en waarschijnlijk een exemplaar voor eigen gebruik. Daarnaast verscheen een artikelenreeks in de krant Trouw, een multimediale website en een fraaie expositie in het Nederlands Fotomuseum in 2019. Ook deed Anaïs persoonlijk performances voor groepen toehoorders. Maar uiteindelijk is er toch voor een boek gekozen dat bijzonder gewild is onder verzamelaars.

In boek vertelt het vogeltje Mina (een Javaanse spreeuw) zijn wederwaardigheden. Hij doet dit aan de hand van een stripverhaal getekend door Sonny Liew. In het boek zijn verder geen teksten opgenomen. De tekst in het Engels is ook als los inlegboekje bijgeleverd.

De foto’s zijn deels in goud op zwart platen gedrukt bij Drukkerij Rob Stolk en deels in kleur. De gouden platen brengen je in de sfeer van Zuid-Oost Azië en de kleurenfoto’s geven een reportage bij het verhaal. Anaïs onderneemt een queeste in Singapore naar de geschiedenis van het vogeltje en neemt de gevonden documenten ook op in het boek. Uiteindelijk komt het goed met dit vogeltje als hij in het buurland Myanmar wordt onthaald door boeddhistische monniken. De achtergrondkleur wordt hierop aangepast. Tenslotte is het boek uitgerust met een pop-up beeld van het vogeltje.

In het boek zijn meerdere lagen te onderscheiden. Het gaat daadwerkelijk om de manier waarop de mens met dieren in zijn omgeving omgaat, maar veel meer gaat het om de wijze waarop vreemdelingen (migranten) worden ontvangen. Het vogeltje is de metafoor voor de vluchteling.

Het boek is zonder meer een knap staaltje boekdrukkunst door rob Stolk en de vormgeving door Teun van der Heijden is fantastisch. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel awards aan dit boek zijn toegekend.

Tenslotte nog 2 boeken waarin het varken een hoofdrol speelt:

De Tostifabriek door Bart Eysink Smeets (KesselsKramer) met foto’s van o.a. Iris Box en Maureen Marck

Het boek is de spin off van een project uit 2014 dat onder auspiciën van Mediamatic werd uitgevoerd door een groep jonge kunstenaars.

Hoe maak je een tosti? Dat vroegen 8 jongens en meisjes uit de stad zich af. Ze besloten een tostifabriek te bouwen. Met graan voor brood, varkens voor ham en koeien voor kaas. Het waargebeurde verhaal over koeienpoep, boze buurvrouwen, elektrocutietangen en een handleiding van hoe je – van begin tot eind – een tosti maakt.

De financiering is naast donaties en subsidies ook gedaan door een tosti-maaltijd te bereiden, waarbij de projectresultaten konden worden verorberd.

Het boek is dubbel uitgevoerd. Het is als vierkant gedrukt en daarna diagonaal doorgesneden, waardoor er twee driehoekige boeken ontstaan. De foto’s zijn daarmee niet in hun geheel te bekijken, he hebt daarvoor beide boeken nodig. De tekst is voor het gemak 2 keer in zijn geheel opgenomen. De kleur op de snijkant van de pagina’s verandert van beige, naar geel naar roze en weer naar beige. Je houdt op die manier dus ook een tosti in je hand.

Fotografisch misschien geen parel, maar qua concept en story inclusief de presentatie: fantastisch!

 

En dan tentslotte:

PIG05049 door Christien Meindertsma

In dit boek laat Christien Meindertsma zien tot welke producten een eenmaal geslacht varken leidt. Naast de te verwachten lapjes vlees en worstjes zijn dat nog tientallen andere producten, waarbij je verbaasd zult staan te zien om welke producten het allemaal gaat.

In de rug van het boek is het oormerk van varken 05049 geplaatst. De cover is als roze varkenshuid. De bladzijden zijn gescheiden door 8 duimtabjes, waarmee elk hoofdstuk teruggevonden kan worden. Er zijn grafieken voor de verdeling van het totale gewicht (van de 103,7 kg blijft 54 kg vlees over) over de verschillende productgroepen. Bijzonder is dat je elk product via een nummer kunt terugvinden op een schematisch overzicht van het varken en je dus kunt weten waar ergens in het beest dit vandaan komt. Nog meer bijzonder is dat Christien alle producten op ware grootte in het boek heeft afgebeeld inclusief het gewicht in grammen dat tot dusver werd verklaard. Je realiseert je dat je met het boek een heel varken in je hand hebt.

Het boek is een voorbeeld van een quasi-wetenschappelijke benadering van een project. Het is absurd in zijn detaillering, maar maakt ons bewust van het gebruik van dieren in allerlei consumentenproducten. Veganisten zullen er van gruwen.


USA

De volgende boeken hebben als gemeenschappelijk onderwerp de Verenigde Staten. De toevoeging “van Amerika” is eigenlijk overbodig zoals uit het spraakgebruik blijkt. De USA heeft in de ontwikkeling van de Fotografie een belangrijke rol gespeeld en speelt die nog steeds. Fotoboeken verschenen het eerst in Engeland, daarna in Duitsland en met het verschuiven van het gewicht van de cultuur in de jaren 30 van de vorige eeuw naar Frankrijk. Maar in die tijd trokken ook veel fotografen naar de USA. Hun Joodse afkomst was daar niet zelden debet aan. Als meest aansprekend voorbeeld geldt hier:

Robert Frank met The Americans

Nu kan ik over dit boek alleen (letterlijk) een avond vullen, dus moet ik mij in deze groepsbeschrijving sterk beperken. Het boek is aanvankelijk verguisd en daarna zo geprezen dat het in alle opleidingen over fotografie wel aan bod komt. Het is in heel veel uitvoeringen verschenen en tientallen keren herdrukt. De originele eerste drukken van elke versie brengen meer dan € 1.000 op, maar ook de gangbare uitvoeringen zijn zeer de moeite waard  in je bezit te hebben.

Het boek is in velerlei opzichten een breuk met het verleden. De foto’s zijn technisch zeker niet perfect. Dat kan ook niet als je de werkwijze van Frank beschouwt. Hij heeft duizenden foto’s gemaakt, vaak vanuit de heup zonder precies te kadreren of scherp te stellen. Maar hij vond de gebeurtenis of scene te belangrijk om veel tijd te verkwisten aan technische zaken. Hij legde het dagelijks leven in de USA van de jaren 50 van de vorige eeuw vast, maar niet zoals de Amerikanen dat graag zelf zagen. Nee, hij drukte sterk zijn eigen stempel op zijn waarnemingen. Hij zag scherp de segregatie in zwart en wit Amerika. Het geloof in de American Dream van de Amerikanen en de waardering voor de vooruitgang en techniek.

Robert Frank heeft zich wel laten inspireren door Walker Evans met wie hij grote vriendschap had gesloten. Nu laat ik hier geen monografie zien van Walker Evans, maar het boek:

The Bitter Years

Dit boek is een samenvatting van het meest belangrijke project dat de in Amerika op fotografie-gebied werd gegund en wat de doorbraak voor veel Amerikaanse fotografen heeft betekend. Het is het verslag van het Farm Security Administration project dat in de jaren  30 ten doel had om de miserabele toestand waarin de Amerikaanse boeren in de dust bowl verkeerden vast te leggen en te publiceren, zodt hulpfondsen vrijgemaakt konden worden.

Met name Dorothea Lange, Rusell Lee, Jack Delano hebben hier naast Walker Evans hun eeuwige roem aan te danken.

Naast de fotografie beschrijft het boek – dat overigens een spin off was van de tentoonstelling met de gelijknamige titel in het Moma in 1962 – de historische situatie in de VS van de boerensector ten tijde van droogte. Grote ellende en armoede waren toen het gevolg. Het laat ook zien wat de kracht van fotografie is en maakte de discussie los over de rollen “testimony” of “propaganda”. Het boek bevat veel bekende foto’s van de genoemde fotografen en kan de kijker niet onberoerd laten nu deze in deze samenhang gepresenteerd worden. Het is nauwelijks voorstelbaar hoe slecht men er minder dan 100 jaar geleden aan toe was.

De tentoonstelling en dus ook de selectie voor het boek werd gedaan door Edward Steichen. Deze had met zijn “Family of men” in 1955 laten zien dat hij in staat was om een boodschap te brengen door middel van een selectie van foto’s. Hij koos uit het archief van de FSA de 208 foto’s die tot de tentoonstelling en boek gingen horen. Het is deze actie geweest die aan het project de bekendheid hebben gegeven die het in de hedendaagse fotografie geniet.

Dat soms foto’s een lange tijd moeten liggen voordat er een doorbraak komt bewijst ook:

Paul Fusco RFK  &  Rein Jelle Terpstra met "The peoples view"

Fusco reed mee met de funeral train die in 1968 het lichaam van de vermoorde Robert Kennedy naar zijn laatste rustplaats bracht. Hij besloot om de massaal uitgelopen Amerikanen die naast de rails stonden in beeld te brengen. Met het werk is nooit veel gedaan totdat ter gelegenheid van de 40-jarige herdenking van de moord door Magnum Photos er een boek van werd gemaakt. Daar bleek de tijd rijp voor te zijn, want dit werd een groot succes. Ook diverse tentoonstellingen werden naar aanleiding hiervan georganiseerd. Ook in Nederland kwam in het uitvaartmuseum Tot Zover een expositie. Daar komt mijn exemplaar vandaan.

Het boek bevat de foto’s die Fusco maakte van de mensen die als afscheid zich naast de rails en op de stations hadden opgesteld. De foto’s zijn dus vanuit de rijdende trein genomen en die beweging is vaak terug te zien. Het is een geweldig tijdsbeeld met mode en auto’s uit de jaren 60 en met veel mensen die de trein filmden of fotografeerden. Nog niet iedereen had een camera, maar er bevonden zich veel hobbyisten tussen het publiek.

Dat heeft in 2018 de Nederlandse Fotograaf Rein Jelle Terpstra er toe bewogen een boek te maken van de beelden die door deze amateurs langs de lijn zijn gemaakt. “The peoples view” heet dit boek Hij heeft daartoe via social media, kranten etc. oproepen geplaatst en dit heeft geleid tot honderden foto’s, 8 mm filmpjes die hij heeft mogen gebruiken om samen te voegen in een boek en videoprojectie. Dit project heeft veel waardering ondervonden en het boek heeft vele awards gewonnen.

Een ander prijswinnend boek is bijvoorbeeld:

Imperial Courts van Dana Lixenberg

In dit boek uit 2015 portretteert Lixenberg een samenleving in een zwarte wijk van Los Angeles. Daarbij heeft zij niet een enkele keer de wijk bezocht maar sinds 1993 verscheidene keren. Dat stelde haar in staat om de ontwikkeling in de personen vast te leggen en ook de generaties te laten zien. Het legt pijnlijk bloot dat afkomst een belangrijke factor is bij iemands carrière. De foto’s laten een wijk zien die er ogenschijnlijk fatsoenlijk bij ligt. Maar wonen in deze wijk levert een stigma op waaraan je niet makkelijk ontkomt. De werkloosheid is groot en daardoor ook de criminaliteit. Aandacht van de overheid is er vooral door patrol cars die de wijk doorkruisen.

Het boek bevat veel groot formaat portretten in prachtige kwaliteit en om de gezinsrelaties te laten zien nog een extra sectie waarin rondom elk portret kleine beeldjes van de gerelateerde personen zijn opgenomen. Pijnlijk is te zien hoe bij portretten de overlijdensdatum wordt vermeld en te moeten constateren dat zeker niet de ouderdom de reden van het overlijden was.

Imperial Courts is meerdere keerden geëxposeerd en Dana Lixenberg maakte ook een video van het leven van met name de jongeren in de wijk. Deze in kleur geschoten video laat meer vreugde zien dan de zwart-wit fotografie uit het boek. Hier drukt de esthetiek een groot gevoel van moedeloosheid uit

We blijven nog even in Los Angeles en slaan het boek open:

Skid Row van Désirée van Hoek

In haar groot formaat boek richt zij de camera op daklozen in een bepaalde wijk. Ook zij heeft vriendschap moeten sluiten met de ongekroonde koning van de wijk om zich vrij te kunnen bewegen en foto’s te kunnen maken. Ook dat lukt niet na een enkel bezoek. Het resultaat is schrijnend, maar niet zo exclusief meer voor Amerika. In alle grote steden vind je de voorbeelden van drop outs. Druggebruik lijkt een algemene onderliggende factor. Onduidelijk blijft of dit de oorzaak of het gevolg is. Het boek bevat vooral locatiefotografie. De portretten heeft zij als losse inlegvellen bij het boek geleverd. Misschien uit zelfbescherming, zodat bij claims niet het hele boek hoeft te worden teruggetrokken, maar kan volstaan worden met een en meer losse inlegvellen weg te laten.

Het boek kent een zekere opbouw. Het begint met overzichten, veelal vanuit hoge standpunten. Daarna verplaatst Van Hoek zich naar de straat en richt de camera langs de gevels omhoog, om daarna naar de plint te kijken. Hier vind je de ellende van winkelwagentjes vol spullen en slaapgerei op straat. Dan komen ook de mensen in beeld, eerst nog op afstand dan dichterbij. Ook close ups van spullen. Vooral deze laatste foto’s zijn confronterend.

Een vriendelijker beeld levert het boek:

We love where we live van Louise Honée

Louise reisde naar de Oostkant van de VS voor deze reportage van een samenleving die economisch moeilijke tijden doormaakt, vanwege het wegvallen van werkgelegenheid door de mijnsluitingen. Ze bezocht daar de staat West Virginia. Haar project werd gekozen door de Franse HSPC prijs voor de fotografie, hetgeen haar in staat stelde haar werk meteen in een fraai boek te publiceren. In Nederland kreeg het direct aandacht en behoorde tot de beste boeken volgens De Volkskrant van 2020.

Haar foto’s zijn intiem en licht geregisseerd. Ze richt zich vooral op de zichtbare buitenkant en op haar ontmoetingen met kinderen. Gebouwen in staat van verval met kinderen die zich daar niet van bewust zijn en vrij spelen. Ze is er in 3 opeenvolgende jaren geweest. Tekort om een coming of age te laten zien, maar lang genoeg om vertrouwd met haar omgeving te geraken. Ze kadreert heel mooi en haar foto’s stralen vooral rust uit. Misschien is het beter te spreken van het ontbreken van dynamiek.

Bij het bekijken van haar boek bekroop mij onmiddellijk het gevoel dat hier het boek:

Moonshine van Bertien van Manen

tot inspiratie had gediend. Dezelfde thematiek en NB in exact dezelfde Staat van de VS. Ik heb een nadere analyse gemaakt van de foto’s en kwam tot de conclusie dat in zeker 20 gevallen een overeenkomst te zien is in de keuze van het onderwerp. Dat is ook niet te voorkomen als je in dezelfde omstandigheden hetzelfde thema onderzoekt dan treedt er onvermijdelijk overlap op. Maar dat is zeker niet erg. De stijl van Louise Honée wijkt sterk af van die van Van Manen. Bertien van Manen werkt met snapshots uit een kleine camera en in haar latere werk past zij tevens kleur toe.

Ook komt Van Manen veel dichterbij de mensen. Zij verkeert grotendeels in de interieurs van de mensen die ze fotografeert. Haar thema gaat dan ook verder dan bij Honée. Zij gaat dieper in op één aspect, t.w. het drankmisbruik als gevolg van de werkloosheid. De titel van haar boek verwijst daar ook naar: Moonshine is de naam voor de eigengestookte drank waar veel mensen verslaafd aan zijn. Zij kon dit doen omdat zij vaak is teruggekeerd en bovendien langdurig verbleef tussen de mensen die zij als onderwerp had gekozen.

Moonshine laat nog iets zien: nl. de ontwikkeling die Van Manen heeft doorgemaakt. In het boek zijn 2 reeksen foto’s opgenomen: De foto’s uit de jaren 80 en de foto’s die meer recent zijn gemaakt, met de laatste uit 2013. In dit jaar is het boek uitgekomen. De oudere foto’s zijn zwart wit en veel meer nauwkeurig gekadreerd. De recentere foto’s zijn de snapshots uit de compact camera met af en toe een lichtlek waardoor de film onbedoeld werd belicht. Deze dragen bij aan de stijl die zo kenmerkend is voor Bertien van Manen.

Ik heb overigens bij de gelegenheid van een Bookclub-bijeenkomst georganiseerd door Photodok de vraag gesteld aan Louise Honée in hoeverre zij bij haar werk zich heeft laten inspireren door Van Manen. Zij wees elke suggestie in die richting af en noemde vooral de grote verschillen die er zeker ook zijn en die ik hierboven ook heb genoemd. Misschien is de vraag ook wel te impertinent om te stellen.

Aan de selectie USA mag zeker niet ontbreken:

If this is true van Robin de Puy

In dit monumentale werk uit 2016 legt Robin de Puy haar roadtrip vast die zij maakte op een Harley Davidson en in haar eentje 8000 miles door verschillende staten van de VS reed. Het zijn vooral portretten, waarmee De Puy bij haar genre is gebleven. Maar haar portretten zijn steeds ontmoetingen. Ook zonder dat zij dit toelicht zou dit al te zien zijn geweest. Ze fotografeert haar modellen nauwkeurig met meegebracht licht. Maar ook haar beschrijvingen van die ontmoetingen zijn interessant om te lezen. Het is vooral een ontdekking van haarzelf als persoon. Ze test voortdurend hoever ze kan gaan en is dus op zoek naar haar grenzen. Het leven is tot dusver te gemakkelijk gegaan in haar ogen. Haar afstudeerwerk werd al onmiddellijk bekroond en daarna is ze alleen maar met opdrachten bezig geweest. Daartoe diende deze trip om een andere kant in haar te ontdekken.

Of zij daarin is geslaagd blijft onduidelijk en zou zij alleen zelf kunnen beantwoorden. Feit is wel dat ze vrijwel is verdwenen uit de kranten en magazines. Feit is wel dat het boek veel prachtig werk heeft opgeleverd. In chronologische volgorde stelt ze haar ontmoetingen voor. Vaak ouderen met mooie koppen. Tussendoor geeft zij zichzelf ook letterlijk bloot in esthetische betekenisvolle portretten. Haar bewondering voor de klassieke Amerikaanse auto en het verlaten landschap kan ze niet onderdrukken en neemt ze ook op in haar werk. Wat haar persoon betreft komt ze naar voren als een gevoelig mensenmens die makkelijk contact maakt met haar medemens, die zij in veel personen herkent. Zo ontmoet ze ook het jongetje Randy, die zij in een volgend jaar met een apart boek nog heeft geëerd.

Een minder bekend boek:

I arrived at Cape Disappointment van Vincent Buller

Net als het vorige boek een roadtrip, maar dan misschien meer letterlijk. De titel is opvallend en misschien wel de trigger geweest dit boek aan te schaffen. Daarnaast vind ik het belangrijk om publicaties zoals deze die door de fotograaf zelf worden gefinancierd te steunen, zeker als het om een kwalitatief goed boek gaat. Dat laatste is hier zeker het geval de uitgave is mooi verzorgd met paginagrote foto’s die een witrand laten en waar alle tekst in een apart tekstboekje dat mee ingenaaid is wordt ondergebracht.

De foto’s beschrijven de tocht die de fotograaf maakte naar Cape Disappointment in het uiterste Westen van de staat Washington. Hij  trad hierbij in de voetsporen van de ontdekkers Lewis en Clark die dit in 1804 deden om dit gebied in kaart te brengen. Het zijn bij uitsluiting locatiefoto’s, dus landschappen en bebouwingen. Mensen komen er niet in voor. De foto’s zijn stemmig van toon en mooi gereproduceerd. Misschien is deze fotograaf ook op zoek gegaan naar zichzelf en heeft hij zijn grenzen opgezocht. Zijn liefde voor de natuur heeft hij in ieder geval beleden en misschien heeft hij wel achteraf dichterbij gevonden wat hij daar zocht.

 

Tenslotte

Slant van Aaron Schuman

Iets geheel anders. Een verzameling foto’s van het plaatsje Amherst, Massachusetts. Een nietig plekje op de wereldbol en met de foto’s wordt die nietigheid eerder groter dan kleiner. De onderwerpen op de foto’s zijn zonder uitzondering afbeeldingen van alledaagse situaties, nergens gebeurt iets, zeker geen spektakel. Wel bevatten veel foto’s teksten die in combinatie met het beeld een zekere hilariteit oproepen. Steeds onbedoeld door degene die voor de situatie verantwoordelijk is of was. Daarnaast heeft Schuman een verzameling korte berichten uit de lokale krant opgenomen. Berichten die een kleinburgerlijkheid uitstralen, die losgezongen van de context eveneens hilarisch zijn. Er bestaat een zeer losse connectie tussen de foto’s en de tekstberichten. Het gaat vooral om de indruk die uit beide vormen van communicatie naar voren komt.

 


Een toevallige vondst

Hieronder bespreek ik 2 boeken waarbij het toeval heeft gezorgd voor grote overeenkomsten.

Aan het slot geef ik mijn samenvatting van deze gelijkenis. Ik vond het zo bijzonder dat ik de beide auteurs heb benaderd om hierop de reageren.

Johnson & The Corner Kid – Daan Brand  2010 Oplage ?

Het verhaal is van Oscar Kocken

Inhoud

Gaat het om een werkelijke ontmoeting. Johnson is een bijzonder figuur. Hij is verbaasd over zijn eigen aanwezigheid en hij hoort nergens thuis en wil dat ook niet. Dat zou hem alleen maar beperken. Vrolijk nam hij afscheid en liet een lege plek achter waar hij altijd welkom zou zijn.

De tekst is verhalend en zou zonder de beelden ook letterlijk genomen kunnen worden. De beelden laten een Johnson zien die met zijn ballonhoofd geen realistische verschijning is. Hij is duidelijk “anders” en hoewel zijn gezicht kinderlijk en kwetsbaar oogt is het begrijpelijk dat hij alleen zal blijven. Waarschijnlijk is dat hij zichzelf op deze manier ziet.  Zijn decor laat een wisselend landschap zien, waarin zijn eenzaamheid sterk naar voren komt. Hij is niet voor niets The Corner Kid.

De foto’s zijn merendeels in kleur en enkele in zwart wit. Zij staan betrekkelijk los van de tekst, hoewel je de reizen die Johnson onderneemt er wel in terugziet.

Vorm

Het design is van Jamie Mitchell

Een paperback met een sober uitgevoerd omslag in donkergrijs met alleen de titel in wit op het front en rug. De tekst wordt niet bij de beelden geplaatst maar in zijn geheel in het Engels voorin en in het Nederlands achterin het boek opgenomen.

Zo sober als het omslag zo verrassend is het binnenwerk. Het formaat van de bladzijden wisselt. Elk katern begint met een kleiner gesneden volgekleurd blad, gevolgd door een gelinieerd blad zonder tekst. Daarna volgen de foto’s op bladen die soms aan de bovenzijde en soms aan de zijkant zijn afgesneden. Per katern is er één spread met alleen één helft op de volledige papiergrootte. Bij deze foto is ook de bladspiegel gelijk aan de papiergrootte. Alle ander foto’s staan in een wit kader. Het lijkt alsof het boek geen boek wil zijn, zich niet aan conventies wil houden. De gelinieerde pagina’s verwijzen naar een vrijheid die je als kijker hebt het verhaal zelf in te vullen. De onderzijde is niet schoongesneden maar juist rafelig gehouden. Het boek heeft dus een zelfkant.

A Head with wings – Anouk Kruithof 2011 Oplage 1000

Inhoud

Een tweetal maakt een wandeling om een ommuurd complex. Dit is een dagelijkse routine ,maar die wordt verstoord. Er vindt een reeks gebeurtenissen plaats, de een nog ongeloofwaardiger dan de ander. Bij een poging door de muur te kijken wordt een toevallige voorbijganger neergeslagen.   Het ommuurde complex omvat het tweetal dat een hartstochtelijke scene terechtkomt. Er is een klein gat in de muur. Is er een ontsnapping mogelijk? Het tweetal besluit bij elkaar te blijven.

De tekst is poëtisch weergegeven en sommige dialogen worden letterlijk opgenomen. De Engelse versie is in korte stukjes opgebroken in het boek geplaatst. De Nederlandse versie is in zijn geheel op 1 uitvouwblad geplaatst achterin het boek.

De foto’s zijn voornamelijk Zwart Wit en enkele zijn in kleur. Van het tweetal staat vooral de man op de foto’s. Er is één foto, waarop ook een vrouw te zien is. De foto’s staan los van de tekst. De handelingen uit het verhaal worden niet in beelden uitgevoerd. De man die in vrijwel alle foto’s figureert is tegen verschillende achtergrond geplaatst. Soms realistisch maar vaak ook geconstrueerd. De man is kennelijk in grote vertwijfeling. Maar in een explosie van kleur komt het in het laatste beeld nog goed.

Ik zie metaforen zoals het doorbreken van beperkingen die in het leven voorkomen, maar vind het verhaal moeilijk te duiden. Het is vooral de sfeer die beklemmend over komt.

Vorm

Het is een klein boek in een linnen band met harde omslag. Sober in een bruine kleur met in een heel klein font de titel en auteur in zilver geprint op de voorkant. Het binnenwerk is heel vrij van opmaak. Er zijn tekstpagina’s in een kleiner formaat en fotopagina’s zowel aflopend als met een wit kader in zwart wit en in kleur. Foto’s zijn opgeplakt en kunnen op meerdere manieren uitgevouwen worden. Sommige foto’s blijken uitvouw miniposters te zijn. Dat maakt het heel speels. Tegelijkertijd geeft het de kijker de opdracht om goed te kijken.

Overeenkomsten die mij opvielen:

Het gaat in beide gevallen om een verhaal dat niet letterlijk genomen kan worden maar metaforisch verwijst naar menselijk gedrag. De teksten zijn poëtisch en staan betrekkelijk los van de beelden.

De grootste overeenkomst is wel in de vorm te vinden. Het  binnenwerk van beide boeken is heel vrij ontworpen met verschillende paginagroottes, uitklapbeelden en afwisselend gebruik van kleur en zwart/wit. Zelfs de hoeveelheid tekst die in Engels en Nederlands wordt geleverd komt overeen. Een boek op deze wijze vormgeven komt niet vaak voor. Het is duur en daarmee een extra risico voor de uitgever.

Weliswaar verschilt de techniek van het maken van de foto’s, maar in beide gevallen grijpt de fotograaf in in de werkelijkheid. Tenslotte vormt ook het woord “Head” in de titel van het ene boek de meest aandachttrekkende eigenschap van de figuur in het andere boek.

 Al met al vond ik het een bijzondere gebeurtenis hoe deze 2 – tamelijk zeldzame -  boeken hun plaats  naast elkaar in mijn boekenkast konden krijgen. Ik vond het nodig de auteurs hiervan op de  hoogte te stellen.

In hun reactie viel het woord "tijdgeest" als mogelijke trigger om zo gelijk op te werken. De verzekering werd gegeven dat beiden met elkaars werk onbekend waren. Toch weer 2 kunstenaars naar elkaars werk hebben laten kijken. 


Zeventien

Wij zijn zeventien van Joan van der Keuken

Zestig jaar geleden publiceerde Johan van der Keuken (1938-2001), toen nog een onbekende leerling van het Montessori Lyceum in Amsterdam, het fotoboek ‘Wij zijn 17’. Een boekje met dertig zwart-witte, enigszins melancholieke portretten van zijn leeftijdsgenoten uit Amsterdam-Zuid. Het boek heeft een aantal herdrukken beleefd en werd opnieuw uitgegeven bij Van Zoetendaal .  Fotoboeken waren in de vijftiger jaren van de vorige eeuw nog een zeldzaamheid. Het Foto-essay was in opkomst, maar uitgevers hadden moeite met het verspreiden. Zo kon het gebeuren dat Ed van der Elsken met zijn fameuze "Liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Pres"moest leuren om een uitgever te vinden. Hij was toen al wel een fotograaf met enige faam. Hij was zojuist teruggekeerd uit Parijs met zijn echtgenote  Ata Kando en er is sprake van een ontmoeting tussen Joan van der Keuken en Van der Elsken. De vader van Joan van der Keuken had contacten in de schoolboekenwereld en kende daar wel uitgeverijen. Het lukte Joan om via zijn vader iemand te vinden die zijn "Wij zijn Zeventien" wilde uitgeven. Dat gebeurde in 1955. Ed van der Elsken moest nog een jaar wachten om zijn boek gepubliceerd te krijgen.

"Wij zijn zeventien" is bekeken met onze huidige ogen nergens choquerend, maar was het toen bepaald wel. De pijprokende jongeren die bij elkaar hangen gaf toch zeker geen pas.! Het geeft een mooi inzicht in de wereld van de schoolgaande jongeren destijds. Kenmerkend was dat de fotograaf één van hen was en dus zijn eigen wereld vastlegde.

 

Wij zijn ook zeventien van Louis Drent

Er volgde een reactie vanuit de Bijbelbelt. De publicatie van het boek van Joan van der Keuken werd in bepaalde kringen sterk afgekeurd en leidde tot de publicatie van een "tegenboek".  Louis Drent stelde een boek samen met frisgewassen koppen die studerend en werkend door het leven gingen en een godsvruchtig bestaand leidden. Het heeft alleen maar tot een grotere populariteit van het oorspronkelijke boek geleid.

Ik ben zeventien van Martijn van de Griendt

60 jaar na dato neemt Martijn van de Griendt de camera op en richt deze opnieuw op de schooljeugd van het Montessorilyceum in Amsterdam. Hij legt daar de huidige jeugd vast, met hun tattoos, piercings en hun rookgedrag.  Een bonte, kleurrijke verzameling jeugd die met hun twijfels en onzekerheden de wereld in kijkt. Niet alleen hun foto's staan in dit boek, maar ook hun tekeningen en dagboekfragmenten. Een groot verschil met het oorspronkelijke werk van Joan van der Keuken is dat niet een leeftijdsgenoot zijn peers vastlegt maar iemand die van buiten naar hen kijkt. Nu is die iemand wel een heel goede waarnemer van het gedrag van pubers en adolescenten en geniet hij het volle vertrouwen van zijn doelgroep. Kijkend naar dit boek zou je anno 2016 veel meer reacties hebben verwacht, maar die zijn uitgebleven. Toch wat geleerd in 60 jaar.

Waren wij maar zeventien samengesteld door Gras Heyen

Fotoboekje met zwart-wit foto's van o.a. Cas Oorthuys, Ad Windig en Sem Presser.
* Vrolijke tegenreactie op Wij zijn zeventien van Johan (Joan) van der Keuken.

Uitgegeven door de Bij in 1958. Kennelijk had de beroepsgroep grote behoefte om zich te uiten na de succesvolle publicatie van Joan van der Keuken en kwam dit boek - vol ironie - tot stand. Over Gras Heyen is weinig bekend. Ad windig maakte een foto van hem in het boek, maar ook hier speelt ironie een rol. Is het een aleter ego voor één van de makers? Remco Campert maakte een inleiding voor dit boek.

Ik ben zeventien van Martijn van de Griendt

In 2016 - dus 60 jaar na dato - verschijnt dit boek van Martijn van de Griendt. Als specialist in het fotograferen van jongeren is hij als geen ander aangewezen om dit te doen. Hij is de chroniqueur van de jeugd. Hij komt dichtbij en laat ongefilterd zien waar de jongeren mee bezig zijn. Mooi is het om te zien hoe dat er anno nu uitziet. Als het boek van Joan van der Keuken al zoveel losmaakte in zijn tijd, dan zou de wereld nu moeten ontploffen bij het zien van de beelden van Van de Griendt. Maar het feit dat dit niet gebeurde geeft wel aan hoe sterk de maatschappij veranderd is. Dat wisten we natuurlijk wel maar om dat in beelden terug te zien is bijzonder. Van de Griendt maakt gebruik van inbreng van de betrokkenen door hun tekeningen, gedichten en dagboekaantekeningen in het boek op te nemen. Dit geeft nog maar eens een keer aan hoe dichtbij de jeugd hem toelaat. Dichterbij dan de ouders, zou ik zeggen.


Ik hou ook fotoboeken-bespreeksessies. Het is misschien leuk om een avond met je fotogroep om de tafel te zitten en door boeken te bladeren terwijl ik deze bespreek. Ik kan ook maatwerk verzorgen en een genre of een groep fotografen selecteren als invalshoek. Neem gerust contact met me op. 


Rating: 0 sterren
0 stemmen

Reactie plaatsen

Reacties

Saskia
3 jaar geleden

Ha Louis,

Wat een leuke serie over boekenkastjes en interessante boekbesprekingen heb je geplaatst op je website,

een hartelijke groet,

Saskia